Terug naar Motorvakanties.

De geplande route..

 

Donderdag 5 juni.

 

Lekker geslapen, rustig aan opgestaan, laatste spulletjes opruimen/inpakken en om ongeveer half tien op de motor.

Het begon al goed, op het kerkplein zagen we een eekhoorn over de weg hobbelen en rustig een boom beklimmen. Voor Olst een tweede eekhoorn gezien. Vreemd, nog nooit eerder gezien en nu twee. Is er iemand die de dieper liggende betekenis hiervan weet ? We horen het graag.

Pontje bij Olst, op de dijk even kijken hoe de Kawa in de bochten ligt met de bepakking en dat was goed! Conny volgde heerlijk slingerend op de Burgman, waarschijnlijk de laatste vakantie dat hij mee mag. Volgende keer de DN???

Om Epe heen, Emst, Vierhouten, Nunspeet, Elburg, de polder in en bij Leleystad de dijk op. Halverwege de dijk naar onze vaste eerste stop en tot ons genoegen nu niet op donderdag maar op dinsdag gesloten, dus een lekker bakkie gedronken en weer verder. Voor het eerst de dijk gevolgd tussen Enkhuizen en Hoorn ook al was die voor doorgaand verkeer gesloten. Hij werd verzwaard. Ook hier hebben de angsten voor de opwarming hun gevolgen. Nogal wat modder en zo nu en dan een enorme dragline op de weg, maar we kwamen er door en het was een mooi en rustig stuk. Na Hoorn bleken al de mooie weggetjes verbouwd te worden en zo hebben we ons bankje aan de ringvaart gemist en kwamen we veel te vroeg bij de boot aan, ook al omdat het regelmatig aan het spetteren was. Niet echt regen, maar je ging niet even lekker aan de kant van de weg in het gras zitten. In de buurt van de kade in een sjiek hotel soep (consommé) met heerlijke broodjes en boter gegeten, het enige lunchgerecht waar geen vis in zat, maar wel heerlijk.

Veel motoren op de boot. Ook een groep foute Duitsers (don’t mention the war…) met foute helmen, tatoeages en lange haren. Ach, je wordt oud opa…Ook een grappig Noord-Iers mannetje die lekker veel babbelde en ook wel hielp bij het vastzetten van de ploffen.

 

Vrijdag 6 juni.

 

Van de boot af even in Newcastle het winkelcentrum in, geld gehaald en noordwaarts de stad uit. Hadden we nog nooit gedaan en ging best wel lekker vlot en toen….ja het engelse platteland. In het begin nog wel druk en een landschap dat niet spectaculair was, maar hoe verder naar het noorden we reden hoe mooier het werd. De route was gemaakt met On-Route en ging via A697, de A699 naar de A708 naar het zuidwesten en over de A701 noordwaarts.

 

 

 

Met name die laatste twee waren geweldige wegen, slingerend door bossen, langs Lakes en tussen de schapen door.

Een keer stevig in de remmen, toen moe schaap links stond en de kleine nog rechts op een helling. Het enig wat die kleine wil bij naderend onheil..je weet, schapen zijn dom en zien motoren als onheil, is naar de moeder toe. Stuiterend van de helling af deed ze dat ook, dwars over de weg.

We wilden zo’n twintig km vóór Edinburgh een B&B vinden maar dat lukte niet. We worden wat kieskeuriger en een ‘en-suite’ room is toch wel het minste. Uiteindelijk belandden we midden in Edinburgh waar we na wat mislukte pogingen een hotel vonden, zo’n drie km van het oude centrum. Morgen wandelend er naar toe.

Zaterdag 7 juni.

Edinburgh.

Na het ontbijt zijn we lopend naar het centrum van Edinburgh gegaan.

De afstand was ongeveer een kilometer of 2 a 3, niet ver maar wel langs een drukke weg.

Het was prachtig weer, heet voor Schotse begrippen!

Onderweg hebben we dus nog maar een fles water gekocht. Aan de zuidkant van de rots waarop het kasteel gebouwd is zijn we linksaf gegaan, richting park. Daar werd ook nog een echte farmers market gehouden. De boeren staan hier zelf met hun waren (kaas, vlees en groenten maar ook taarten e.d.) op de markt. Het park was mooi, lekker rustig nog en met veel bankjes, uiteraard allemaal gedoneerd ter nagedachtenis aan de een of andere geliefde overledene. Via een klein steegje klommen we de trappen op naar boven waar we uitkwamen op de Royal Mile. Rechtsaf richting kasteel waar het een gekkenhuis was van toeristen, bussen met draaiende motoren en een toegangsprijs die mij direct deed omdraaien. Je zou zweren dat ik Schots bloed in mijn aderen had! We zijn teruggelopen over de Royal Mile, hebben ergens thee gedronken en zijn toen een klein steegje ingelopen naar beneden waar we de weg gevraagd hebben naar Mary Kings Close. Dat wilde ik absoluut zien. Onder het gebouw van de Exchange bevinden zich nog de straatjes (Close) en de onderste verdiepingen van de huizen die er vroeger stonden. Men heeft simpelweg het grootste gedeelte van de huizen afgebroken, op een bepaald punt er gewelven overheen gebouwd en daar bovenop de Exchange geplonkt. Zuinig toch? De gids was een jong meisje dat waarschijnlijk studeerde aan de toneelschool en met dit werk lekker kon acteren. Het was een beetje te veel naar mijn idee. Ik hoor liever gewoon de droge feiten en kijk rustig rond. Ik zit niet te wachten op allerlei goedkope special effects en slappe spookverhaaltjes. De straatjes en restanten van de huizen waren leuk om eens gezien te hebben. Heel bijzonder.

Voordat we Mary King’s Close konden bekijken moesten we nog even een half uurtje wachten.

 

 

We hebben toen de kerk aan de overkant (St. Giles) bekeken. Mooi kathedraal, mooie plafonds en er werd ook nog life geoefend door een of ander klassiek orkestje. De muziek gaf een apart sfeertje aan de kerk.

 

Nadat we Mary Kings Close hadden gezien zijn we richting Blackfriars Bobby gelopen.

Het standbeeldje gezien en even over de begraafplaats gelopen. Een wat rommelige begraafplaats met Victoriaanse en nog wel oudere graven. Veel grafstenen en grafmonumenten waren na het ruimen van de graven, tegen de buitenmuren van de begraafplaats of tegen de achterkanten van de huizen langs de begraafplaats aangemetseld. Het was daar een dooie boel maar we hebben nog wel even lekker in het zonnetje gezeten op een grafzerk.

Als laatste wilde ik nog even Jennings zien. Het oudste warenhuis van Edinburgh. Beetje Maison de Bonneterie-achtig (Den Haag) van binnen. We hebben er niet lang rondgelopen want we waren allebei gaar en onze voeten deden erg zeer.

 

Onderweg naar Jennings hebben we trouwens nog even gerust op een stukje grasveld dat leuk was aangelegd bovenop de moderne roestvrijstalen ingang van een winkelcentrum naast het station.

Van daaruit had je een heel leuk uitzicht over de glazen kappen van het station met aan de horizon de oude stad tegen de berg aangebouwd en het kasteel erbovenop. Een leuke rommelige sky-line.

Onder het genot van een ijsje zijn we door hetzelfde park maar nu bovenlangs, teruggelopen het centrum uit, richting het hotel.

Zondag 8 juni 2008

Vandaag zijn we Edinburgh uitgereden richting Aberdeen, langs de

Forthbridge over de Firth. Het eerste stuk na de brug ging niet goed, veel te veel drukke wegen maar op en gegeven moment begonnen de Highlands. Over de A93 lekker bochten draaiend richting de beroemde Devil’s Elbow.

De weg was erg breed gemaakt en ik kon me voorstellen dat die dame van Freebike er met 195 overheen was gegaan. Ik kreeg ook wel even de kriebels en heb het gas even lekker opengezet. Voorbij Breamar Castle, waar we per ongeluk de parkeerplaats voorbij reden zijn we toen maar door gereden…Je kan niet àl te cultureel worden natuurlijk! We zijn we iets te lang op de noordelijke oever van de River Dee gebleven want aan de zuidkant was het lekker rustig met prachtige bosrijke weggetjes. Zo kwamen we vlak voor Banchory aan bij een heel nieuw B&B, heerlijk rustig, niet te duur, knots van een kamer en suite en een goed ontbijt, ook vegetarisch. Alleen de toast kwam elke dag te laat! Blijkbaar hoorde je de toast te eten ná de bacon en sausages? We hebben twee nachten geboekt om op de rustdag een “rondje” Aberdeen te doen.

Maandag 9 juni.

 

Rondje Aberdeen. Via leuke kleine weggetjes zijn we als eerste naar Dunnottar Castle gereden.

Niet zo bekend omdat het nog privé-eigendom is en niet van de Trust maar zeer de moeite waard. Via een vrij stijl pad loop je er naar toe. Het kasteel ligt op een soort schiereiland.

Waar we het kasteel inkwamen zat er niemand in het kassahokje. Er hing een briefje dat we maar moesten betalen aan de tuinman of als hij er niet was, als je er weer uitging. De tuinman was aan het grasmaaien en kwam zijn maaier af om het entreegeld in ontvangst te nemen.

Het was zeer indrukwekkend met al zijn half afgebrokkelde gebouwen en kamers. Ergens waren er nog een heleboel mannen en vrouwen doodgemarteld te zijn en het spookte er behoorlijk. De uitzichten waren fantastisch, getuige de foto’s. Vanaf het kasteel reden we naar Aberdeen over wegen die volgens de Vlaamse Garmin “Justine”, helemaal niet bestonden, maar uiteindelijk wel mooi werden. Vlak voor Aberdeen besloten we gezien de temperatuur, niet de stad in te rijden. Met 24 graden dwars door zo’n stad rijden met al je motorkleding aan is niet ècht prettig. We waren aan de zuidkant van de rivier gekomen en bleven daar maar. Een goede keus bleek dit achteraf. De weg liep door een mooi en bosrijk gebied en het was heerlijk koel.

 

Uiteindelijk zijn we toch de rivier overgestoken en via allerlei grappige weggetjes kwamen we via de achterkant toch aan bij de voorkant en ingang van Grathes Castle.

 

Bakkie thee gedronken, kasteel bezocht waar een wat oudere suppoost maar bleef zeuren over hoe leuk het was dat we op de motor waren, en toen de tuinen in. Ook buiten de tuinen al veel planten en bloemen gezien die ik nog niet kende. onder andere de “zakdoekjes boom”.

Na de tuinen nog een bakkie gedronken en daarna in Banchory op een bankje langs de weg fish and chips gegeten. En dat was gewoon gênant lekker!

Dinsdag 10 juni.

We gingen al vroeg op weg naar Golspie, of eigenlijk iets daar boven want van daaruit wilden we twee dagen gaan toeren. Via Banchory naar de A980, eerder afgeslagen naar links om voorbij de A97 op de A944 te komen. Natuurlijk was Justine iets te enthousiast en kwamen we via een boerderij op een grof grindpad terecht waar we maar omgekeerd zijn. De andere omweggetjes waren nog wel verhard al was het soms wel een probleem met tegenliggers. Ook vaak schrikken van al het overstekend wild. Konijnen, fazanten en ja, een toch wel behoorlijk groot hert of ree, het verschil weet ik eigenlijk niet, wat zo’n tien meter voor de motor de weg oversprong en tussen het prikkeldraad het bos in rende.

Via de A944 en de A939 reden we naar het noorden. Wat een prachtweg is dat toch. Het rijden over de Highlands werd extra spectaculair omdat het enorm was gaan waaien, het was knokken tegen de wind die schuin op de kop stond. Maar al met al was het wel genieten. Dit land is zo mooi……

Via de brug bij Inverness bleven we langs de kust rijden en dat was ook nieuw. Links van je een bergwand rijkelijk bebost en rechts het water. Het was laag water en dan valt er veel droog. Vooral havens bieden dan een blik van op het droge liggende bootjes, blijf het vreemd vinden. Volgens “Justine”zou er in Cromarty een pondje varen, de Nigg Ferry. Op de kaart stond wel dat de ferry alleen zomers voer. Dus dat trof! Het was zomer al zou je dat soms niet zeggen!  Niet te vinden maar bij navraag bleek het ietsje verder te zijn. We konden hem nèt weg zien varen!

 

 

Het was een varende schoenendoos die vrolijk ronddobberde op de golfjes……. Ik wist niet dat er zulke Ferry’s bestonden. Er konden slecht twee auto’s op, maar meestal voer hij leeg.

Het dek bestond uit een grote draaischijf die we helaas niet in werking hebben gezien want met twee auto’s en ook nog onze motoren hing alles half buiten de draaischijf.

Ik kon niet goed foto’s maken want ik durfde echt de motor niet af. Door de wind ging het flink tekeer en het water spoelde regelmatig over het dek onder de motor door. Na veel gewriemel kon ik er af en omdat de draaischijf niet kon werken moesten de auto’s er daarna achteruit af en toen kon Conny ook keren en eraf rijden.

Een belevenis die ons lang zal bijblijven!

Na een rustig eindje rijden met nog steeds véél wind, waaide de regenhoes die over de tas achterop zat, eraf! We hebben voor die éne euro (regenhoes van de Xenos!) toch maar wat capriolen uitgehaald en hem weer opgepikt want alles word zo nat zonder hoes. Even voorbij Golspie en vlak vóór Brora kwamen we een boerderij B&B tegen waar we nu zitten. Voor drie dagen geboekt.

Woensdag 11 juni.

Een lange tocht gepland, 300 km. Eerst naar John o’ Groats, via de noordkant naar de A897, die helemaal afzakken en dan terug naar de B&B. Het ging echter niet helemaal zoals we gepland hadden.

Via de A9 naar boven en bij Lybster voerde Justine ons recht naar het noorden. Een kaarsrecht weggetje waar we niets meer tegenkwamen. We kruisten nog wel wat andere en uiteindelijk belandden we op de A836.

Nog een stukje verder naar het oosten lag John o’ Groats. Plaatsje van niks, een giftshop en een toeristenbureau. Lekker een bak Engelse thee gedronken en toen naar het eindpunt, daar moet je dan toch geweest zijn. Dat hadden we 11 jaar geleden verzuimd te doen. Er was daar helemaal niets anders dan een vuurtoren.

Na een stukje wandelen zagen we de rotspieken die Conny dolgraag wilde zien, de Stacks of Duncansby en die waren zeker de moeite waard! Van daaruit gingen we naar het westen. Eerst nog even in Castletown tanken want het is een heel eind over de Highlands.

Zo’n kilometer of twee na Castletown begon er het één en ander op mijn dashboard te knipperen, mijn bandenspanning is te laag, 2,2 bar…shit, hoe kan dat nou. Direct besloten we terug te gaan naar het benzinestation en daar constateerden we dat er een joekel van een spijker in zat die nog vijf centimeter uit de band stak. Stuk intelligentie van het benzinestation kon ons nog net vertellen dat er twee huizen verder een garage was met AA erop, maar de  monteur was pas om twee uur terug, dus moesten we nog drie kwartier wachten. Het wachten werd beloond, hij was er een kwartier eerder maar kon ons eigenlijk niet helpen.  Een prop erin schieten kon hij alleen van de binnenkant uit en hij had geen ervaring met motorbanden. Ongeveer 6 mijl verderop zat wel iemand die het van buitenaf kon. Even bellen, moeilijk, moeilijk, maar… in Wick zat een motorzaak, aan de oostkust zo’n 25 km verder. Gelukkig over kaarsrechte wegen. De band tot 2,9 (bleek volgens de censor 2,6 te zijn) opgepompt en scheef op de motor zittend omdat de spijker er iets aan de zijkant uitstak, naar Wick gereden. Het lekken viel eigenlijk wel mee want precies bij de garage stond de druk weer op 2,2. Wat een garage! Vader, moeder en zoon runden de hele business. Ze hadden het ook aardig druk want de eerstvolgende motorzaak was 100 mijl verderop. We dachten eerst verkeerd gereden te zijn. De garage bleek midden in een woonwijk te liggen. Ergens stonden een stel brommers langs de weg, als eerste een MP3 125cc. In de zaak bijna allemaal 125 cc brommers. Mevrouw was er even alleen. De jongens kwamen pas om vier uur terug. Ze ging wel gelijk voor ons zoeken in het magazijn en ook nog even rondbellen. Na wat telefoontjes bleek dat ze toch wèl een goede band in huis hadden!????? Toeval? Voorzienigheid??? Op de training hebben we geleerd dat je kan zien hoe oud een band is. Deze was uit 2006 dus dat viel alles mee. Wat een wonder, in the middle of nowhere een juiste band voor de Kawa vinden! Ik zal later maar eens informeren of het echt een goeie is. We hebben de ploffen neergezet en zijn lopend Wick ingegaan. Even een bakkie leuten, tosti eten en wat shoppen. Om kwart voor vier waren we terug, weg Kawa. Ik had hem niet op het stuurslot gezet, zoiets hoeft hier niet, en ze waren maar vast begonnen.

Vader garage, een man met veel levenservaring, had bij Daf-trucks in Eindhoven gewerkt, Opleidingen onderhoud rollend materieel gegeven in Afganistan en ook nog op een booreiland gezeten!  Omdat het te druk werd in de zaak moest hij nu maar thuisblijven. Hij liet zien dat de spijker er aan de binnenkant ook nog schuin zo’n vier centimeter uitstak, dus dat was ook nooit met een prop te verhelpen geweest. Stom natuurlijk, ik had wel wat foto’s kunnen maken maar ben dat glad vergeten door de toestanden.

Die motorzaak, een aanrader dus voor als je naar Schotland gaat en problemen hebt: AMS Motorcycles, Alistar, Moira and Paul Steven, 20 Coach Road in Wick, tel. 01955 603550. amsmotorcycles@aol.com.

En dan komt het…na £ 136,37, ongeveer 175 euro afgerekend te hebben reden we met een nieuwe band weer snel naar onze B&B, zo’n 70 km naar het zuiden. Wat een dag! Ik had op een week gerekend maar na precies vier uur reden we gelukkig weer.

Donderdag 12 juni 2008

Na het ontbijt gingen we over de A9 een stukje richting het zuiden naar Golspie. Vlak vóór Golspie sloegen we rechtsaf een heel klein weggetje in (Backies). Een ontzettend mooi en leuk één auto breed motorweggetje met wat gras in het midden. Op de A839 zijn we richting Lairg gegaan, niet over de A836 maar het veel kleinere parallelweggetje dat naar de Shin Falls leidt. Helaas waren er dit keer geen stroomopwaarts zwemmende zalmen te zien. We hebben daar nog even de winkel bekeken, een mooi autootje met “Robin” erop gekocht voor onze oudste kleinzoon en voor Conny een zilveren Keltisch hangertje. We dronken nog even een paar kopjes thee en gingen daarna weer op weg richting Golspie. Via Bonar Bridge waar we afsloegen naar een gat dat waarschijnlijk Little Torboll heet.

Onderweg strandden we nog middenin een kudde schapen die gehoed werd door een aantal Border Collies en een boer op een quad. Hardstikke leuk! We hebben daar rustig van genoten en vonden het eigenlijk jammer dat de boer ons wenkte om er langs te gaan.

In Golspie hebben we bij de steenhouwer onze motoren neergezet om naar de Big Burn te wandelen.

 

Dit is nu de derde keer dat we deze wandeling maken en het blijft mooi! Helaas had het weinig geregend de laatste tijd want het riviertje en de waterval waren nogal rustig. Wel bloeide overal de wilde knoflook en het rook er dus ook heerlijk naar knoflook!

 

Na onze wandeling zijn we naar Dunrobin Castle gereden waar we graag de valkenier aan het werk wilden zien. We hebben genoten! Hij deed het ontzettend leuk, vertelde veel over de dieren met de nodige Engelse humor en liet de valken en ook de Eagle Owl regelmatig vlak over de hoofden van de toeschouwers vliegen!

Vooral als de uil dat deed was het erg spectaculair.Het is zo’n prachtig groot dier en hij vliegt absoluut geruisloos! Op het laatst liet hij de uil nog even op het bankje naast mij (Thees) zitten. Zo konden we hem goed bekijken!

Nadat we nog eventjes het kasteel van binnen hadden bekeken zijn we achterom langs de tuinmanswoning naar het strand gelopen om nog wat stenen te zoeken. Of zoeken…….ze liggen daar voor het oprapen, de mooiste stenen die je je maar kunt wensen. Wij hebben zo langzamerhand al aardig wat stenen van Golspie beach in onze tuin liggen.

 

Op weg naar onze B&B gingen we nog even langs de andere twee huisjes (Lodges) die bij het estate horen, vlak bij de ford. Op het dak van de lodge met het ronde torentje zat een meeuw haar jong te voeren. Blijft leuk! Hierna gingen we langs de Spar in het dorp voor wat groenten, een paprika of iets dergelijks. Dom natuurlijk, hadden ze helemaal niet! In zo’n klein dorp in het noorden van Schotland moet je geen complete groenteafdeling verwachten! Een blikje tomaten doet echter ook wonderen. We hebben een heerlijke dag gehad en het was ook nog bijna de hele dag droog.

Vrijdag 13 juni.

Wouter is vandaag jarig, 30 jaar alweer. Gefeliciteerd!

De tocht over de Highlands. In Brora hebben we even getankt en tussen Brora en Hemsdale zijn we linksaf geslagen want dat leek ons wel een leuk weggetje. Of je echt van weggetje kunt praten weet ik niet. Het was meer een karrenspoor van 16 km lengte. Het gras in het midden was soms breder dan de sporen ernaast!

Het weggetje slingerde niet alleen, het ging ook nog door enorm heuvelachtig gebied. Dus op en neer en heen en weer! Dat vinden wij nou leuk rijden. In deze fantastische omgeving kwamen we een landrover tegen die onmiddellijk de berm indook zoals de meeste Britten doen als ze op een smalle weg een motorrijder tegenkomen. Ik denk wel dat de Kawa 1400 voor dit soort leuke weggetjes een te zware motor is. Mijn polsen zijn wèl een stuk sterker geworden. De maximum snelheid die wij haalden was 30 km/uur. Later gingen we de wat bredere A897 op naar het westen, een single track road met passing places. Vlak bij het stationnetje van Kimbrace sloegen we linksaf de A871 op en bij Syre nogmaals linksaf de A873 op, langs Loch Naver.

Bij Altnaharra (wat een mooie naam vind ik dat)gingen we weer linksaf de A836 op. Hier moest het gebeuren. Ik had op Google Earth een Inn ontdekt, de Crask Inn. Daar zouden we gaan “koffie”drinken. We drinken in Engeland of Schotland altijd thee, maar ik bleef hardnekkig koffiedrinken zeggen. Na zo’n 14 km vonden we de Inn. Echt hélemaal in the middle of nowhere stond daar die éne herberg. Een kroeg met drie barkrukken, drie tafeltjes en tien stoelen.

Er zat een fietser een kop soep met brood te eten en toen wij binnenkwamen kwam de hond (met één oog) zelfs van zijn stoel af. Zóveel mensen in de zaak moest hij toch eens van dichtbij inspecteren. Een dame met een dikke winterjas aan lachte ons vriendelijk toe en bood direct aan de kachel aan te steken.

Het weer was tot dat moment vrij redelijk geweest maar de temperatuur was niet boven de 13 graden gekomen. Voor ons hoefde ze de kachel niet aan te steken (zeiden wij beleefd en welopgevoed) maar ze deed het later toch (en daar waren wij maar wàt blij mee!). Haar man was turfsteker en de brandstof was dus gratis.

Deze ouderwetse, sinds 1892 niet meer opgeknapte of gemoderniseerde Inn straalde een heerlijk eenvoud uit die ons zeer aansprak. Wij houden niet zo van die uiterlijke opsmuk, van dat lege, holle, als het maar mooi lijkt. Dit geldt overigens niet alleen voor gebouwen, óók voor mensen!

Toen we weer buiten kwamen was het gaan regenen en dat is die dag bijna niet meer opgehouden. Even voor Lairg zijn we rechts afgeslagen de A838 op. We reden een stuk langs een heel lang Loch, Loch Shin, naar de A894. Dat is de kustweg van noord naar zuid. Zo’n rit over de Highlands moet je gewoon zelf gedaan hebben om dat gevoel van klein zijn en de uitgestrektheid van dit landschap te ervaren.

Herkenbaar was de brug bij Kylesku waar we elf jaar geleden vlakbij in een B&B aan het loch hebben gezeten. Ook elf jaar geleden zijn we over een zeer fraai weggetje, de A869 naar een vuurtoren gereden. Nu gingen we niet naar de vuurtoren maar zijn we doorgereden naar Lochinver. Het plan was nog verder te rijden maar dat laatste stuk had een behoorlijke aanslag op mijn conditie gedaan en we waren best wel moe. Ik had absoluut geen spijt van dat laatste stuk, het natuurschoon vergoedt een hoop, maar de polsen waren weer aan het protesteren. In Lochinver vonden we een B&B aan de haven. Nou ja,….B….De andere B moesten we maar in het hotel ernaast nuttigen. Het hotel was een monumentaal pand van 200 jaar oud waaraan de laatste 2 eeuwen met enige regelmaat moderne uitstulpingen waren gebouwd en het stond midden tussen de klerezooi van een vissershaven. Echt sfeervol dus!

Zaterdag 14 juni.

Gekke Jan is jarig! (ik zal maar niet zeggen hoe oud al weer)

We hebben uiteraard ontbeten in het hotel. Dit ontbijt was duidelijk voor bootwerkers bedoeld want wat me nog nooit is overkomen, overkwam mij nu. Het was teveel. Ik moest wat laten liggen. Nadat het de hele vroege ochtend gehoost had, was het droog geworden. De eerste helft van de dag bleef het redelijk weer met af en toe doch zeer regelmatig een bui. Het eerste deel van de route ging weer over hele smalle one-track roads. Nu echter óók nog met heel veel losliggend grind erop. Tja de weg was net vernieuwd en dat hoort er bij. Alleen is het voor motorrijders niet lekker ontspannen bochtjes draaien als je vóór elke bocht in de spanning zit of er iets om de bocht komt, een schaap staat of een tegenligger komt. Onverwachts remmen is uitgeloten. Op de A835 was het weer even lekker doorrijden, we wilden Applecross toch wel halen. We reden rechtsaf de A832 op naar het westen. Hoe verder naar het westen we kwamen,  hoe meer de zon er doorkwam en het laatste deel van de tocht was het zelfs heerlijk weer. Het was een hele mooie weg, wel een stuk smaller maar grindvrij en de bochtjes waren prima te nemen. Toen we bij Kinlochewe rechtsaf sloegen, de A896 op was ik wat huiverig. Op de kaart was de aanduiding duidelijk anders en leek meer op het eerste stuk van gister, maar gelukkig was er een wereld van verschil. Het bleek een weg te zijn met prachtig asfalt. (wàt!? Géén lengteribbels? Géén gaten? Géén grind?

Toch wel schapen hoop ik?) We werden getrakteerd op schitterende vergezichten over de oceaan met ontelbare kleine eilandjes er in. We probeerden zoveel mogelijk te stoppen om foto’s te maken.

In Applecross zochten we een B&B maar de enige die we vonden, daar was niemand thuis. Het dorp zelf was niks, 10 huizen op een rijtje. Dan maar doorrijden naar Loch Carron.

Het eerste stukje van 16 km zullen we niet gauw vergeten. Het was behoorlijk klimmen! Het ging van zeeniveau tot 638 meter hoogte over mooie wegen met schitterend uitzichten om vervolgens echt naar beneden te duiken met haarspelden en al.

Opvallend is dat ze hier eerder geneigd zijn de weg maar gewoon rechtuit naar beneden te leggen dan dat ze haarspeldbochten aanleggen. Dan maar wat steiler! We zijn ook maar 3 haarspeldbochten tegengekomen.  En àls ze er dan liggen is het ook goed raak! Wat een fantastisch gevoel geeft dat toch! Het mooiste van deze weg is echter het moment waarop je zicht krijgt op de enorme vallei die zich plotseling openbaart.

Deze weg heet in het Keltisch: Bealach na ba, de pas van het vee. Toen we in het dal waren aangekomen hebben we na wat speurwerk uiteindelijk in Lochcarron een B&B gevonden, vlak aan het Loch, waar we 3 nachten zouden blijven.

Zondag 15 juni.

Geen verjaardagen vandaag maar wel weer een heerlijke dag. De drie nachten hier gaan niet door. Twee nachten kon wel maar de volgende dag was al besproken. Jammer maar helaas, plannetjes gewijzigd.

Vandaag gaan we naar de tuinen waar we gisteren finaal voorbij gereden zijn, zo’n 90 km terug via een andere route, andere uitzichten en prachtige wegen. Dus òp naar de Inverewe Garden, in of nabij Poolewe. De weg er naartoe en terug is wel leuk te beschrijven: 40 km A896, op de rotonde linksaf de A832 op en dan nog 50 km en dan ben je er.

Zondag in Schotland is een ramp, alles is dicht. We wilden tanken maar hier was alles: every Sunday closed. Uiteindelijk op de A832 hebben we in Talladale getankt. Inverewe gardens in Poolewe is geweldig! We hebben er echt planten, struiken en bomen gezien die we nog nooit gezien hadden. We moesten diverse keren even op een bankje zitten omdat de tuin zo enorm groot was en we hebben vreselijk mooie uitzichten gezien.

Toen we na ruim vier uur door de tuinen gewandeld te hebben weer terugreden besloten we ook nog langs de Altadale tuinen te gaan, hier aan de overkant van het water. Helaas…………All Sunday closed. Dan maar terug naar de B&B. Het was inmiddels vier uur geworden toen we besloten de beloofde Fisch and Chips gaan eten. Ach, helaas…….Closed on Sunday at 4 pm. SHIT! Toen zijn we maar lekker in het stralende zonnetje langs het water gaan wandelen.

Omdat we hier dus morgen uit moeten gaan we morgen al naar Skye. Dan kijken of we daar wel of we iets leuks vinden voor twee of drie nachten en of we een boottocht kunnen maken. (ja, die uit de folders met allerlei mooie beloftes over dat je dolfijnen en walvissen kunt zien.)

Maandag 16 juni.

Na het heerlijke ontbijt weer op de ploffen gestapt en om het loch heengereden naar het zuidwesten, richting Skye. Aan het eind van Loch Carron pakten we niet de A890 maar sloegen we rechtsaf naar het weggetje dat langs de kust liep. We namen deze keer de inmiddels niet meer zo nieuwe brug naar het eiland. Het eerste deel van Skye is niet zo boeiend, het was erg druk en de hoeveelheid bebouwing langs de hele weg maakte het er niet mooier op. Hoe meer we naar het noordwesten reden, hoe mooier het echter werd. Ze waren ergens aan de weg bezig (natúúrlijk) en wat daar gebeurde hebben we nog nooit meegemaakt! Er reed een autootje met zwaailicht heen en weer en daar moesten we achteraan, met een snelheid van hooguit 5 km/uur! En dat over een lengte van zeker 500 meter! Vreselijk, er lagen grote keien op de weg, het ging voor de motoren nèt iets te langzaam dus we zaten lekker te mopperen. Even later kwamen we aan in Portree en hebben we gelijk maar het haventje opgezocht. Over de kade  zijn we eerst even langs “the Pink Gasthouse”gereden, waar we 11 jaar geleden logeerden. Het stond er nog en het was nog steeds pink.

 

 

 

 

Nu, na 11 jaar hebben we eindelijk een foto van de telefooncel (die nog steeds als garderobekast werd gebruikt!) aan de andere kant van de haven gemaakt.

Toen we Portree uitreden vroeg ik me eerst af of we wel goed zaten. De mooie tweebaansweg werd plotseling een single track road, bijna zonder verkeer.

 

Hij liep wèl langs de kust omhoog dus we moesten wel goed zitten. Hoe noordelijker we reden, des te ruiger werd het. We genoten van het schitterende uitzicht. Precies op de noordelijkste punt van de weg begon het te spetteren en de rest van de dag bleef het zachtjes regenen. De weg naar beneden was qua uitzicht nog steeds geweldig maar het landschap zelf wat rustiger. Toen de van de A87 afsloegen de A850 op werd het zelfs wat saai.

 

Vlak voor Dunvegan besloten we een B&B te zoeken en aan het eind van het dorp vonden we er een die te koop stond, maar nog wel open was. Een verschrikkelijk gezellig mensje opende de deur. Het bleek dat zij en haar man ook motor reden. Daarom stond hun huis te koop. Ze wilden meer van het leven gaan genieten zodra hun dochters (alle vijf!) het huis uit waren. Ze verkochten de B&B om op hun andere stuk grond, hier achter een kleiner huis te laten bouwen. Ze babbelde maar door met steeds een hand op je arm of schouder om aan te geven hoe gezellig ze het vond. Het is hier ook een standplaats voor de ambulance. Die lui zitten hier dan, veel ook op een kamer, om een oproep af te wachten.

Dinsdag 17 juni.

Vandaag blijven we in Dunvegan om het kasteel met de tuinen te bekijken en het een beetje rustig aan te doen. Van dit kasteel hadden we ooit een programma op tv gezien. Het ging toen ondermeer ook over de enorme onderhoudskosten van het kasteel. De toenmalige Laird, die inmiddels is overleden, wilde de Cuilins (bergen) verkopen zodat hij geld zou hebben om het dak te repareren. Helaas voor hem kwam er geen enkele liefhebber op af. Zelfs geen gekke Amerikaan van Schotse afkomst.

Bij het kasteel aangekomen begon het wat te regenen dus zijn we eerst het kasteel ingegaan en hebben daarna de tuinen bekeken. Het kasteel is nog steeds gedeeltelijk bewoond door de eigenaren en was best wel de moeite waard. Mooie uitzichten, vooral vanuit de grote woonkamer.

 

 

Buitengekomen bleek dat het wat harder was gaan regenen. Maar wat moet je. Je bent er nou toch dus ga je toch de tuinen in. Weer hele mooie planten en bloemen gezien.

Na verloop van tijd voelden we de regen weer overal doorsijpelen, ondanks motorkleding, regenpetjes en zelfs een parapluutje. We stapten dus maar weer op de plof naar het B&B terug. Daar, in de woonkamer bij de houtkachel hebben we een beetje tv gekeken (mooie DVD over Skye) en hebben we een beetje de routes voor de volgende dag gepland. We zijn nog wel even het dorp ingegaan voor boodschapjes en hebben op de kamer wat gegeten.

Vandaag hoorden we dat de staking van de (benzine)tankwagenchauffeurs gelukkig voorbij is. Er waren al aardig wat benzinestations in de buurt die geen benzine meer konden leveren en wij konden geen jerrycan met benzine inslaan zoals we automobilisten hebben zien doen.

Woensdag 18 juni.

Na een heerlijk ontbijt en een hartelijk afscheid van Agnes en Gordon (van Kilmuir Park B&B) verlieten we Dunvegan in zuidwestelijke richting. We volgden de A885 en verder de A87 naar het zuiden. In Broadford sloegen we rechtsaf de A8083 op. Elf jaar geleden was dit helemaal een single track road maar nu was het (al voor ongeveer driekwart) een brede tweebaansweg en aan de rest werd hard gewerkt. Jammer voor de toeristische motorrijder.

Bij de boot was het eerst even een kaartje kopen, zo’n combikaart, Skye af en Mull op en af. Er ging toen blijkbaar wel iets mis maar daarover later. We namen niet de eerstvolgende boot want we wilden eerst nog Castle Armadale bezoeken. Het kasteel bleek niet meer te zijn dan een paar buitenmuren waar je niks mee kon maar de tuinen waren prachtig. We hebben lekker even gewandeld en van uitzichten genoten. Het weer was redelijk. Onderweg hebben we een paar stevige buien gehad maar terwijl we door de tuinen wandelden bleef het droog. Aan boord van de ferry werden de motoren vastgesjord want het woei aardig en het schip ging lekker tekeer. Aan boord zagen we nog een bekende Schotse acteur. De hoofdrolspeler van de Engelse politieserie “Inspector Rebus” en ook van de serie “The Messiah”. Conny kon het niet laten even tegen hem te zeggen dat ze zo genoten had van beide series. Hij reageerde heel vriendelijk en beleefd en leek het compliment oprecht leuk te vinden.

Omdat we als eersten de boot afreden was de weg voor ons lekker leeg. We volgden de brede A830, soms zelfs drie banen breed als het een beetje omhoog ging.

Bij Locailort gingen we rechtsaf de A861 op en dit was het helemaal weer! Slingerend en kronkelend met de mooiste vergezichten en hoppend van passing place naar passing place. In Salen reden we rechtsaf de A8007 op voor de laatste 25 km naar de ferry in Mull.

Een klein bootje waar we op de motor moesten blijven zitten want de zee was nogal ruig (Ay, it’s a wee bit choppy out there sir!) en vastzetten kon niet. Op het pondje stonden onze twee motoren en één Belgische camper. Toen kwam het probleem van de kaartjes. De kaartje om de eilanden af te komen waren goed maar om Mull op te komen hadden we helaas een kaartje gekregen voor een andere boot, dus moesten we helaas nogmaals betalen! Op de pond betaalde ik ook met Visa net als toen voor de combikaartjes. Ik kreeg het advies om aan land even naar het kantoor te gaan. Daar zat een heel aardige dame die geregeld kreeg dat alles helemaal teruggedraaid werd, ik kreeg het geld van alle vier de tickets terug en ‘kreeg’ toen een hele nieuwe combikaart.

Tobermory heet het havenstadje, het lijkt wel een beetje op Portree maar een wat armoedig. De B&B die we vonden leek aan de voorkant nog wel aardig, maar het achteruitzicht op een verrotte stacaravan, een autowrak en een hondenkennel was niet ècht leuk. Een heel aardige vrouw ontving ons hartelijk, de prijs was heel laag en we kregen een ruime kamer, dus boekten we toch maar voor twee nachten. Morgen naar????

Donderdag 19 juni.

Het hóósde en dat zou het de hele dag waarschijnlijk wel blijven doen. Maar we hadden besloten naar Duart Castle te gaan op het oostelijkste puntje van Mull en niet naar Iona, een eilandje aan de westkant van Mull. Het kasteel ging om half elf open en was 35 km rijden dus deden we rustig aan. Rondom tien uur werd het droog en besloten we te vertrekken. Over de A848 en de A849 reden we direct naar het zuidoosten. Eerst een stuk ruime tweebaansweg en daarna een single track road tot aan Graignure waar we morgen op de boot gaan. Iets eerder dan Justine aangaf stond er bij een inrit een bordje met Castle and Garden waar ik direct indook. Conny riep nog dat het kasteel waarheen wij op weg waren toch anders heette?....maar ik was niet meer te stoppen.

Zodoende hebben we dus ook Torosay Castle and Gardens gezien! Het was nog steeds droog dus besloten we eerst de tuin maar in te gaan. We waren zo’n beetje de eerste gasten dus het was heerlijk om nog zo rustig door de prachtige tuinen te kunnen wandelen. Aan de rand van de tuin vlak bij het water kregen we ineens een prachtig uitzicht op het silhouet van Duart Castle in de verte.

Er werd heel hard gewerkt in de tuin en dat was nodig ook, de greenhouses stonden vol met stekjes van allerlei verschillende planten en we hebben echt genoten van alles wat we zagen. Amper in de tearoom voor een bak sludder (Engelse thee met melk) begon het te regenen. Vanuit de tearoom konden we het kasteel in voor een bezichtiging van een deel, want het andere deel werd nog bewoond door the Lady and the lord, die we ook nog even gezien hebben. Bij de motor was het weer droog en toen gingen we op weg naar Duart. Onderweg zagen we van die heerlijke wollige knuffelkoe-beestjes, zie foto:

 

Op de parkeerplaats kregen we even een hoosbui over ons heen maar voor de rest was het weer droog. We hebben het kasteel helemaal bekeken en vanaf het dak nog wat mooie plaatjes geschoten. Dit kasteel werd nog bewoond door de 28ste Laird. Op de terugweg naar het B&B hebben we nog een mooie wandeling rond het loch in het Aros park gemaakt in de stralende zon. Zo werd een dag die dreigde finaal te verregenen een heerlijke dag met verschrikkelijk veel cult- en natuur. Morgen via de westkant van het eiland naar de boot.

 Vrijdag 20 juni.

Wat een tocht, 100km over STR, nieuw asfalt heeft een voordel maar ook een nadeel. Er lag veel grind, of liever gezegd split. Toch kon de conditie van de weg en ook de enkele hoosbuien ons plezier niet schaden. De eerste buien vielen samen met de eerste haarspeldbochten. Ik wist niet dat er zo veel waren in Schotland.

Die weg, de A8073 en later de A8035 waren zo mooi, geaccentueerd door de stralende zon en de voorbij trekkende regenbuien, dat we Mull toch een beetje als favoriet hebben bestempeld. De laatste kilometers over de A849 waren erg mooi maar ook erg druk. De reden dat we besloten hadden niet naar Iona te gaan.

Er werd te veel reclame voor gemaakt dus dachten wij dat er ook wel te veel toeristen zouden zijn. Gezien het aantal bussen dat we tegen zijn gekomen, was het er erg druk! Niks voor ons dus. Onderweg zagen we een hoop vogelaars met grote kijkers de horizon afspeuren. Waarschijnlijk naar de zee-arenden die daar leven. Conny zag hem later inderdaad gewoon boven mijn hoofd vliegen. De Schotse hooglanders liepen hier gezellig over de weg en als laatste zagen we ook nog een kalkoen in de berm. Een hele beestenboel dus. De boot naar Oban was vreemd. Ik moest als eerste gaan en moest ergens dwars in het middenschip gaan staan. Conny mocht pas als laatste helemaal alleen op een leeg stuk achterdek. We moesten de soes vastsnoeren terwijl de kawa gewoon los heeft gestaan. In Oban was het een rommeltje, weer echt een havenstadje, maar eenmaal buiten de stad kwamen we al snel op een STR. Ik weet geen wegnummer maar de weg liep langs de river de Nett door de Glen Lolan. Via de A85 om het Loch heen reden we de A819 op. Bij Cladich sloegen we weer af de B840 op waar we na ongeveer 500 meter een B&B vonden. Nog even boodschappen gedaan in Ineraray over de A819, Conny achterop de Kawa en even lekker het gas er op, heerlijke bochten gedraaid. Mijn rechterbochten blijven moeizaam. Bij de B&B terug nog even een wandelingetje gemaakt en verder lekker aangerommeld.

Zaterdag 21 juni.

Vanmorgen na alwéér een lekker Schots ontbijt vertrokken we om ongeveeer 9 uur. Het eerste stuk ging langs Loch Awe, een mooi weggetje met passing places natuurlijk en met een redelijk wegdek.Het leek een soort langgerekte camping want overal zag je wild kampeerders. Redelijk heet hier gedeeltelijk goed asfalt en grotendeels rommelig lapwerk met grind en gaten. Loch Awe is een erg lang Loch omgeven door glooiende heuvels en met zeer groene oevers. Thees vond al dit natuurschoon op het laatst zelfs saai worden! Eerlijk gezegd was het landschap van Mull gisteren ook veel spectaculairder!

Aan het eind van het Loch kwamen we op de A816 en sloegen we al snel weer af naar een weggetje dat zó klein was dat ik halverwege betwijfelde of het wel een weggetje zou blijven of dat we weer eens in een uienveld zouden eindigen.

Het werd geen uienveld maar wel een boerenweggetje met grind, gaten en gras in het midden, een boer die op zijn quad, met zijn bordercollies tussen de schapen aan het werk was en 3 hekken die we onderweg moesten openen en uiteraard weer sluiten. Het blijft leuk!

Na 10 kilometer puur speeltuinplezier voor de motor kwamen we terug op de A816 waar we in Lochgilphead afsloegen de A83 op. Na een kilometer of 5 bij Inverneill namen we de B8024, maakten een rondje Knapdale tot we weer op de A83 terugkwamen. Deze weg reden we naar het zuiden tot Kennagraig waar we de B8001 namen tot Claonaig.

In Claonaig reden we naar de Ferry over een zeer klein, nederig en onbenullig weggetje. We hadden de ferry net gemist. We moesten de motoren neerzetten in de genummerde vakken en aangezien wij de eersten waren stonden we dus op nummer 1. Er was daar een aanlegsteiger, een invalidentoilet, een overdekte bushalte en diverse borden waarvan een groot aantal ons inziens zeer overbodig.

Gelukkig was er een leuke baai met een strand dat bestond uit heel mooie stenen en een aantal bizarre uitlopers van lava of iets anders geologisch interessants. In ieder geval heel mooi! We hebben ons bezig gehouden met het zoeken naar mooie stenen voor onze tuin.

De ferry was net zo’n ferry als die van Kilchoan naar Tobermory, alleen was het nu ietsje drukker. Onderweg op de ferry wou een rare Chinees nog een foto van ons maken met ons eigen toestel. De reden ontging ons maar we vonden het best. Het zicht op Arran was erg spectaculair. Veel bergen en een paar daarvan waren ontzettend ruig en spits. Helaas was de A841 erg bobbelig met slecht asfalt bestaand uit diverse soorten asfalt door elkaar. Er waren weinig B&B’s, wel wat hotels en een aantal self catering cottages en uiteindelijk kozen we een goed uitziend Guesthouse vlakbij Brodick. Het was heel duur, 45 pond p.p. per nacht maar daarvoor kregen we dan ook een suite bestaand uit een zitkamer, slaapkamer en badkamer bij een Belgisch echtpaar. We hebben vanuit de zitkamer uitzicht op de mooie glooiende tuin die eindigt aan een riviertje. Ach……….. we zijn na ons geïnstalleerd te hebben even Brodick ingelopen. Dat was helemaal niks bijzonders. Gewoon weer een akelig armoedig Engels badplaatsje zoals er zoveel zijn, met een pier voor de ferry, goedkope vermaakhallen, een verzameling vreemde winkels en 2 supermarkten. Een grote Co-op en een kleine Co-op. Onderweg hebben we nog wel een heerlijk ijsje gegeten. Thuis dronken we onze laatste 2 biertjes. Helaas hebben ze hier geen Tennants Super Lager dus dat wordt àfzien morgen! Na het eten ben ik even naar beneden gelopen om te klagen over de temperatuur van de kamers. De verwarming stond helemaal niet aan terwijl het al dagenlang koud is en af en toe regent. De Belgische eigenaresse van het Guesthouse zei dat ze zulk mooi weer hadden gehad dat ze de verwarming nog niet aan hadden hoeven doen de laatste dagen. Ja, ja, dat zal wel! Enfin, ze zou de verwarming nu wel aanzetten. Dat dacht ik dus ook! Nu is het lekker warm en zitten we gezellig aan de wodka en de jus en wodka.  

Zondag 22 juni

Deze keer voor de tweede keer in deze vakantie gekozen voor een vegetarisch ontbijt. Het was weer compleet en lekker. Het is zondag en als je bijna geen benzine meer hebt kan je het schudden. We zouden een rondje Arran doen en dat moest nog nèt kunnen. Conclusie: Arran is not suitable for motorbikes. Wat een klotewegen. Van Brodick naar het zuiden gaat nog wel, het eiland dwars over het eerste stuk, maar de rest is echt vreselijk. Speciaal in de bochten veel grind, putdeksels van 1 vierkante meter en potholes. Het leek Ierland jaren geleden wel.

De route die we reden: volgens mij heet die weg The String, dwars over het eiland naar de A841, even verder naar het zuiden, de uitzichten waren weer geweldig, linksaf over The Ross weer naar de oostkust, verder zuidwaarts de A841 weer op.

Helemaal in het zuiden een foto van het eiland Pladda gemaakt en even de bril op een bankje gelegd….Je raadt het al, die lag er nog toe we weer in de B&B waren. Je gelooft het zelf niet en toch was het zo. Gelukkig het enige benzinestation op het eiland gevonden dat wèl open was, even getankt en terug naar het bankje aan de zuidkant.en daar lag mijn bril dus nog. Op de terugweg zelfs even harder kunnen rijden dan 120 km/u maar ik zal nooit meer terugkomen met de motor. Het eiland is echt prachtig. De tweedeling in noord en zuid is frappant. Noord met zijn ruige bergen die ontoegankelijk zijn en het zuiden met zijn prachtig begroeide heuvels.

Toen de hele toestand met bril achter de rug was zijn we naar Brodick Castle gewandeld en hebben daar heerlijk weer eens cultureel gedaan en de tuinen bekeken. Veel hoogteverschillen en we kwamen er achter dat je eigenlijk heel makkelijk die tuinen in kan zonder te betalen. Hebben we wel gedaan, dat betalen, want anders kwam je het kasteel niet in. Bij de in/uitgang een heerlijke pint gedronken en daarna teruggelopen zo’n drie hele kilometers, naar de B&B.

 

Maandag 23 juni.

Na gedag gezegd te hebben aan de onvriendelijke Belgische dame zijn we naar de boot gereden. Ik had gister al getankt en nu moesten we nog even de burgmantank vullen. We zijn ook nog ergens een winkel ingedoken waar Conny een nieuw en vooral schoon T-shirt kocht en daarna hebben we de motoren in de Q gezet bij de ferry. Een aardige kerel die vertelde dat er drie kwartier eerder een extra bootje voer waar we wel mee mee konden. Da’s boffen.

De motoren kregen drie keer zoveel plaats als de auto’s, had te maken met vast kunnen zetten enzo, en de auto’s moesten er of achteruit op, of op de boot keren of dat alles bij het er afgaan gaan doen. Een joekel van een met boomstammen geladen vrachtwagen moest het hele eind achteruit de boot op, een enorme belevenis.

Bij Adrossan zijn we weer aan land gegaan en reden we zo snel mogelijk naar het westen. Deze omgeving is niet zo mooi behalve heel lang het beeld van de bergen van Arran nog in de spiegels. Via de B769, Stewarton, stukje langs de A77 en daarna de B764. hoe ik aan deze route ben gekomen weet ik niet, maar vervolgens kwamen we langs de M74 uit. Waarom die paralelweg weet ik niet, geen kip te doen en geen controles dus flink de sokken er in. Vlak voor Moffat konden we er gelukkig af de B719 op waar we even later via hele leuke klimmetjes op de A701 kwamen richting Moffat waar we thee geslobberd hebben.

 

Dat laatste stukje hadden we op de heenweg de andere kant uitgedaan en omdat na Moofat de A708 zo vreselijk mooi was reden we hem nu ook terug.

Het plan was in Selkirk een B&B te zoeken, maar daar waren we heel snel weer uit. Dan maar in Hawick, even over de A7. Hawick was ècht helemaal niks dus dat hebben we snel aan de noordkant verlaten en zijn toen afgebogen naar het oosten. Over een heel leuk en rustig weggetje reden we toen we plotseling een bordje met Farm B&B zagen staan. Lawedammaar doendan.

 

Ergens tussen de gehuchten Hallrule en Bedrule ligt daar dus een boerderij met 112 ha. grond waar een vreselijk leuk echtpaar dus een B&B runt. We werden hartelijk ontvangen met thee en een snee krentenbrood met jam.

Ook de hond Ling heette ons hartelijk welkom en vergezelde ons tijdens een behoorlijk lange wandeling langs de rivier. We hebben ook nog even in Jedburgh wat boodschappen gedaan en tegenover de ruïne van een kerk heerlijke fish and chips gegeten. (wat is dat toch deze vakantie met kerken en fish & chips?) Snel reden we daarna weer naar de B&B waar we heerlijk in het zonnetje in de tuin (zeg maar PARK!) van ons biertje genoten. Wat een leven! Motorrijden, rust en in het zonnetje een biertje drinken……….

Dinsdag 24 juni.

Tijdens het ontbijt konden we van het geweldige uitzicht genieten en heb ik voor het eerst haggis gegeten. Viel niet tegen! Na mijn schoen van de hond teruggekregen te hebben pakten we onze spullen in en namen afscheid. 

Al gauw zaten we op de B6357 waar we via een tussenweggetje op de ongenummerde weg langs Kielder Water kwamen, een hele brede, stille weg met heerlijke bochten en prachtig uitzicht. We waren Schotland net uitgereden en de Engelsen maken hun wegen toch ietsje beter blijkbaar.

Via wat geslinger kwamen we in een doodlopend dorpje, Simonburn, waar we in een ouderwetse tearoom/postkantoor/levensmiddelenwinkel en B&B, thee gedronken hebben. Na een kort ritje kwamen we om 12 uur bij B&D aan. We werden verrast met een heerlijke salade als lunch en verder moest Barbara nog even een uurtje werken. Toen ze thuiskwam hebben Conny en zij lekker even bijgekletst. David moest de hele middag nog werken en ik heb wat zitten rommelen met internet. ’s Avonds een heerlijke tea en verder hebben we gewoon heerlijk niets gedaan.

Woensdag 25 juni.

We sliepen in de woonkamer op het tweepersoons luchtbed en in de wakkere uren heb ik ’s nachts wat geinternet. Ik kwam erachter dat per 1 september de boot naar Noorwegen vanuit Newcastle definitief uit de vaart wordt genomen. We zijn vanmorgen lekker vroeg opgestaan en na een eenvoudig maar zeer engels ontbijt moest er van de dames gewandeld worden.

 

Langs Hadrians Wall, zo’n 3 mijl. Niet zo ver maar gezien het klimmen en dalen in combinatie met mijn knieën…….. Natuurlijk heb ik weer veel te veel foto’s gemaakt.

 

 

Zeker van “de boom” van Robin Hood! Maar die staat er dan ook wel op een prachtig stukje van de muur!

Thuis kregen we weer een heerlijke salade met aardbeien,ijs en custard toe. Een rondje tuin is hier ook altijd erg leuk. Op het landgoed zijn enorme stukken verwaarloosd maar David en Barbara hebben hier en daar toch wat op mogen knappen van de eigenaren en dat ziet er erg leuk uit. De kassen en de groentetuinen staan er ook goed bij.

Donderdag 26 juni

Vandaag hebben we rustig aan gedaan. We zijn nog even een stukje langs de rivier gaan wandelen, altijd mooi. Na alweer een heerlijke en vooral gezonde lunch was het dan toch weer tijd om afscheid te nemen. Ik weet niet of we volgend jaar hier weer terugkomen, we willen namelijk naar de Noordkaap op de motor!

De terugreis verliep rustig. We hebben zoveel mogelijk mooie kleine wegen opgezocht. Aangezien ik dit laatste stukje schrijf terwijl het al 25 juli is zal het wel een erg kort stukje worden! Bij de slager in Gorbridge hebben we 2 kg. bacon & sausages gekocht zodat we de rest van het jaar geen last van ontwenningsverschijnselen zullen hebben!

We kwamen redelijk bijtijds in Newcastle aan en zijn toen eerst even naar het winkelcentrum gegaan. Helaas is daar nog steeds geen gewone supermarkt, er zijn alleen maar kledingzaken, schoenenzaken en meer broodjeszaken. We zaten dus zonder ons favoriete bier! Toen we bij de boot aankwamen zagen we dat het zwart zag van de motoren! We waren wel wat later dan normaal (normaal= 3 uur te vroeg!) maar dat het zó druk zou zijn dat hadden we niet verwacht. Het bleken voornamelijk Britten te zijn die op weg waren naar Assen voor de TT! Nou, het was gezellig hoor in het ruim van de ferry met 400 andere motorrijders proberen je motor vast te sjorren. We hebben wel weer héle rare typetjes ontmoet. Thees raakte in gesprek met een oude visser die ook op een Kawasaki 1400 GTR reed. Hij kon het ding maar amper de baas. Hij verontschuldigde zich tegen mij dat zijn taalgebruik wellicht wat te wensen overliet. Ja, dat kon je wel zeggen. Hij was inderdaad amper te verstaan maar dat kwam voornamelijk door zijn dialect.  Op de boot hebben we bij gebrek aan beter maar weer Newcastle Brown gekocht en een fles jenever (of whisky?) voor Thees en een fles Baily’s voor mij. Zo werd het nog een gezellige avond!

Vrijdag 27 juni

De volgende morgen bij het ontschepen was het een prachtig gezicht om ál die verschillende motoren de boot af te zien rijden. Diverse motorrijders hadden een zware avond en nacht gehad, dat was duidelijk te zien. Sommigen hadden helemaal geen nacht gehad, dat was óók duidelijk te zien! De Nederlands douane was helemaal voorbereid op deze horde Britten. De combinatie Britten en boot betekend zuipen. Blijkbaar dus zelfs als ze op de motor rijden. We moesten allemaal blazen dus het duurde laaaaaaaaaaaaaaaaaang voordat wij eindelijk door de douane konden. Verschillende motorrijders waren al apart gezet ter ontnuchtering en ik moet eerlijk zeggen dat ik hem ook een tikje kneep. Gelukkig was alles goed met ons en konden we gelijk doorrijden. Ik maakte nog een klein foutje terwijl ik even stopte om op Thees te wachten. Ik reed links om langs de stoep te stoppen en begreep even niet waarom die automobilist daar zo om moest lachen………..

De terugreis verliep goed. We reden nog even langs ons bankje aan de vaart maar moesten een bankje verder nemen omdat iemand daar met zijn auto bezig was. Onderweg nog even boos geweest op een automobilist die op een héél smal weggetje (met van die lekker diepe grindbakken links en rechts) mij zowat het grind in reed omdat meneer bang was met zijn P.C.Hoofttractor door het grind te rijden. De volgende keer doe ik het dus anders. Dan stop ik dus en laat ik ze lekker om me heen rijden. Je zou toch denken dat mensen die zo’n onzinbak kopen juist graag een stukje cross country willen rijden! Daar is zo’n ding toch voor?

Enfin, we zijn weer thuis en hebben het er regelmatig nog over wat een héérlijke vakantie dit was!

Terug naar Motorvakanties.