De geplande route..
Donderdag 5
juni.
Lekker
geslapen, rustig aan opgestaan, laatste spulletjes opruimen/inpakken en om
ongeveer half tien op de motor.
Het begon al
goed, op het kerkplein zagen we een eekhoorn over de weg hobbelen en rustig een
boom beklimmen. Voor Olst een tweede eekhoorn gezien. Vreemd, nog nooit eerder
gezien en nu twee. Is er iemand die de dieper liggende betekenis hiervan weet ?
We horen het graag.
Pontje bij
Olst, op de dijk even kijken hoe de Kawa in de bochten ligt met de bepakking en
dat was goed!
Om Epe heen,
Emst, Vierhouten, Nunspeet, Elburg, de polder in en bij Leleystad de dijk op.
Halverwege de dijk naar onze vaste eerste stop en tot ons genoegen nu niet op
donderdag maar op dinsdag gesloten, dus een lekker bakkie gedronken en weer
verder. Voor het eerst de dijk gevolgd tussen Enkhuizen en Hoorn ook al was die
voor doorgaand verkeer gesloten. Hij werd verzwaard. Ook hier hebben de angsten
voor de opwarming hun gevolgen. Nogal wat modder en zo nu en dan een enorme
dragline op de weg, maar we kwamen er door en het was een mooi en rustig stuk.
Na Hoorn bleken al de mooie weggetjes verbouwd te worden en zo hebben we ons
bankje aan de ringvaart gemist en kwamen we veel te vroeg bij de boot aan, ook
al omdat het regelmatig aan het spetteren was. Niet echt regen, maar je ging niet
even lekker aan de kant van de weg in het gras zitten. In de buurt van de kade
in een sjiek hotel soep (consommé) met heerlijke broodjes en boter gegeten, het
enige lunchgerecht waar geen vis in zat, maar wel heerlijk.
Veel motoren
op de boot. Ook een groep foute Duitsers (don’t mention the war…) met foute
helmen, tatoeages en lange haren. Ach, je wordt oud opa…Ook een grappig
Noord-Iers mannetje die lekker veel babbelde en ook wel hielp bij het
vastzetten van de ploffen.
Vrijdag 6
juni.
Van de boot
af even in Newcastle het winkelcentrum in, geld gehaald en noordwaarts de stad
uit. Hadden we nog nooit gedaan en ging best wel lekker vlot en toen….ja het
engelse platteland. In het begin nog wel druk en een landschap dat niet
spectaculair was, maar hoe verder naar het noorden we reden hoe mooier het
werd. De route was gemaakt met On-Route en ging via A697, de A699 naar de A708
naar het zuidwesten en over de A701 noordwaarts.
|
Met name
die laatste twee waren geweldige wegen, slingerend door bossen, langs Lakes
en tussen de schapen door. |
Een keer
stevig in de remmen, toen moe schaap links stond en de kleine nog rechts op een
helling. Het enig wat die kleine wil bij naderend onheil..je weet, schapen zijn
dom en zien motoren als onheil, is naar de moeder toe. Stuiterend van de
helling af deed ze dat ook, dwars over de weg.
We wilden
zo’n twintig km vóór Edinburgh een B&B vinden maar dat lukte niet. We
worden wat kieskeuriger en een ‘en-suite’ room is toch wel het minste.
Uiteindelijk belandden we midden in Edinburgh waar we na wat mislukte pogingen
een hotel vonden, zo’n drie km van het oude centrum. Morgen wandelend er naar
toe.
Zaterdag 7 juni.
Edinburgh.
Na het ontbijt zijn we
lopend naar het centrum van Edinburgh gegaan.
|
De afstand was ongeveer
een kilometer of Het was prachtig weer,
heet voor Schotse begrippen! |
Onderweg hebben we dus nog
maar een fles water gekocht. Aan de zuidkant van de rots waarop het kasteel
gebouwd is zijn we linksaf gegaan, richting park. Daar werd ook nog een echte
farmers market gehouden. De boeren staan hier zelf met hun waren (kaas, vlees
en groenten maar ook taarten e.d.) op de markt. Het park was mooi, lekker
rustig nog en met veel bankjes, uiteraard allemaal gedoneerd ter nagedachtenis
aan de een of andere geliefde overledene. Via een klein steegje klommen we de
trappen op naar boven waar we uitkwamen op de Royal Mile. Rechtsaf richting
kasteel waar het een gekkenhuis was van toeristen, bussen met draaiende motoren
en een toegangsprijs die mij direct deed omdraaien. Je zou zweren dat ik Schots
bloed in mijn aderen had! We zijn teruggelopen over de Royal Mile, hebben ergens
thee gedronken en zijn toen een klein steegje ingelopen naar beneden waar we de
weg gevraagd hebben naar Mary Kings Close. Dat wilde ik absoluut zien. Onder
het gebouw van de Exchange bevinden zich nog de straatjes (Close) en de
onderste verdiepingen van de huizen die er vroeger stonden. Men heeft simpelweg
het grootste gedeelte van de huizen afgebroken, op een bepaald punt er gewelven
overheen gebouwd en daar bovenop de Exchange geplonkt. Zuinig toch? De gids was
een jong meisje dat waarschijnlijk studeerde aan de toneelschool en met dit
werk lekker kon acteren. Het was een beetje te veel naar mijn idee. Ik hoor
liever gewoon de droge feiten en kijk rustig rond. Ik zit niet te wachten op
allerlei goedkope special effects en slappe spookverhaaltjes. De straatjes en
restanten van de huizen waren leuk om eens gezien te hebben. Heel bijzonder.
Voordat we Mary King’s Close
konden bekijken moesten we nog even een half uurtje wachten.
|
We hebben toen de kerk aan
de overkant (St. Giles) bekeken. Mooi kathedraal, mooie plafonds en er werd
ook nog life geoefend door een of ander klassiek orkestje. De muziek gaf een
apart sfeertje aan de kerk. |
Nadat we Mary Kings Close
hadden gezien zijn we richting Blackfriars Bobby gelopen.
|
|
Het standbeeldje gezien en
even over de begraafplaats gelopen. Een wat rommelige begraafplaats met
Victoriaanse en nog wel oudere graven. Veel grafstenen en grafmonumenten waren na
het ruimen van de graven, tegen de buitenmuren van de begraafplaats of tegen de
achterkanten van de huizen langs de begraafplaats aangemetseld. Het was daar
een dooie boel maar we hebben nog wel even lekker in het zonnetje gezeten op
een grafzerk.
Als laatste wilde ik nog
even Jennings zien. Het oudste warenhuis van Edinburgh. Beetje Maison de
Bonneterie-achtig (Den Haag) van binnen. We hebben er niet lang rondgelopen
want we waren allebei gaar en onze voeten deden erg zeer.
|
Onderweg naar Jennings
hebben we trouwens nog even gerust op een stukje grasveld dat leuk was
aangelegd bovenop de moderne roestvrijstalen ingang van een winkelcentrum
naast het station. |
Van daaruit had je een heel
leuk uitzicht over de glazen kappen van het station met aan de horizon de oude
stad tegen de berg aangebouwd en het kasteel erbovenop. Een leuke rommelige
sky-line.
|
|
Onder het genot van een
ijsje zijn we door hetzelfde park maar nu bovenlangs, teruggelopen het centrum uit,
richting het hotel.
Zondag 8 juni 2008
Vandaag zijn we Edinburgh
uitgereden richting Aberdeen, langs de
|
Forthbridge over de Firth.
Het eerste stuk na de brug ging niet goed, veel te veel drukke wegen maar op
en gegeven moment begonnen de Highlands. Over de A93 lekker bochten draaiend
richting de beroemde Devil’s Elbow. |
De weg was erg breed gemaakt
en ik kon me voorstellen dat die dame van Freebike er met 195 overheen was gegaan.
Ik kreeg ook wel even de kriebels en heb het gas even lekker opengezet. Voorbij
Breamar Castle, waar we per ongeluk de parkeerplaats voorbij reden zijn we toen
maar door gereden…Je kan niet àl te cultureel worden natuurlijk! We zijn we
iets te lang op de noordelijke oever van de River Dee gebleven want aan de
zuidkant was het lekker rustig met prachtige bosrijke weggetjes. Zo kwamen we
vlak voor Banchory aan bij een heel nieuw B&B, heerlijk rustig, niet te
duur, knots van een kamer en suite en een goed ontbijt, ook vegetarisch. Alleen
de toast kwam elke dag te laat! Blijkbaar hoorde je de toast te eten ná de
bacon en sausages? We hebben twee nachten geboekt om op de rustdag een “rondje”
Aberdeen te doen.
Maandag 9 juni.
Rondje Aberdeen. Via leuke
kleine weggetjes zijn we als eerste naar Dunnottar Castle gereden. Niet zo bekend omdat het
nog privé-eigendom is en niet van de Trust maar zeer de moeite waard. Via een
vrij stijl pad loop je er naar toe. Het kasteel ligt op een soort
schiereiland. |
|
|
Waar we het kasteel
inkwamen zat er niemand in het kassahokje. Er hing een briefje dat we maar
moesten betalen aan de tuinman of als hij er niet was, als je er weer
uitging. De tuinman was aan het grasmaaien en kwam zijn maaier af om het
entreegeld in ontvangst te nemen. |
Het was zeer indrukwekkend
met al zijn half afgebrokkelde gebouwen en kamers. Ergens waren er nog een
heleboel mannen en vrouwen doodgemarteld te zijn en het spookte er behoorlijk.
De uitzichten waren fantastisch, getuige de foto’s. Vanaf het kasteel reden we
naar Aberdeen over wegen die volgens de Vlaamse Garmin “Justine”, helemaal niet
bestonden, maar uiteindelijk wel mooi werden. Vlak voor Aberdeen besloten we
gezien de temperatuur, niet de stad in te rijden. Met 24 graden dwars door zo’n
stad rijden met al je motorkleding aan is niet ècht prettig. We waren aan de
zuidkant van de rivier gekomen en bleven daar maar. Een goede keus bleek dit
achteraf. De weg liep door een mooi en bosrijk gebied en het was heerlijk koel.
|
Uiteindelijk zijn we toch
de rivier overgestoken en via allerlei grappige weggetjes kwamen we via de
achterkant toch aan bij de voorkant en ingang van Grathes Castle. |
Bakkie thee gedronken,
kasteel bezocht waar een wat oudere suppoost maar bleef zeuren over hoe leuk
het was dat we op de motor waren, en toen de tuinen in. Ook buiten de tuinen
al veel planten en bloemen gezien die ik nog niet kende. onder andere de
“zakdoekjes boom”. |
|
Na de tuinen nog een bakkie gedronken
en daarna in Banchory op een bankje langs de weg fish and chips gegeten. En dat
was gewoon gênant lekker!
Dinsdag 10 juni.
We gingen al vroeg op weg
naar Golspie, of eigenlijk iets daar boven want van daaruit wilden we twee
dagen gaan toeren. Via Banchory naar de A980, eerder afgeslagen naar links om
voorbij de A97 op de A944 te komen. Natuurlijk was Justine iets te enthousiast
en kwamen we via een boerderij op een grof grindpad terecht waar we maar
omgekeerd zijn. De andere omweggetjes waren nog wel verhard al was het soms wel
een probleem met tegenliggers. Ook vaak schrikken van al het overstekend wild.
Konijnen, fazanten en ja, een toch wel behoorlijk groot hert of ree, het
verschil weet ik eigenlijk niet, wat zo’n tien meter voor de motor de weg
oversprong en tussen het prikkeldraad het bos in rende.
Via de A944 en de A939 reden
we naar het noorden. Wat een prachtweg is dat toch. Het rijden over de
Highlands werd extra spectaculair omdat het enorm was gaan waaien, het was
knokken tegen de wind die schuin op de kop stond. Maar al met al was het wel
genieten. Dit land is zo mooi……
Via de brug bij Inverness
bleven we langs de kust rijden en dat was ook nieuw. Links van je een bergwand
rijkelijk bebost en rechts het water. Het was laag water en dan valt er veel
droog. Vooral havens bieden dan een blik van op het droge liggende bootjes,
blijf het vreemd vinden. Volgens “Justine”zou er in Cromarty een pondje varen,
de Nigg Ferry. Op de kaart stond wel dat de ferry alleen zomers voer. Dus dat
trof! Het was zomer al zou je dat soms niet zeggen! Niet te vinden maar bij navraag bleek het
ietsje verder te zijn. We konden hem nèt weg zien varen!
Het was een varende
schoenendoos die vrolijk ronddobberde op de golfjes……. Ik wist niet dat er zulke
Ferry’s bestonden. Er konden slecht twee auto’s op, maar meestal voer hij
leeg. |
|
Het dek bestond uit een
grote draaischijf die we helaas niet in werking hebben gezien want met twee
auto’s en ook nog onze motoren hing alles half buiten de draaischijf.
|
Ik kon niet goed foto’s
maken want ik durfde echt de motor niet af. Door de wind ging het flink
tekeer en het water spoelde regelmatig over het dek onder de motor door. Na
veel gewriemel kon ik er af en omdat de draaischijf niet kon werken moesten
de auto’s er daarna achteruit af en toen kon |
Een belevenis die ons lang
zal bijblijven!
Na een rustig eindje rijden
met nog steeds véél wind, waaide de regenhoes die over de tas achterop zat,
eraf! We hebben voor die éne euro (regenhoes van de Xenos!) toch maar wat
capriolen uitgehaald en hem weer opgepikt want alles word zo nat zonder hoes.
Even voorbij Golspie en vlak vóór Brora kwamen we een boerderij B&B tegen
waar we nu zitten. Voor drie dagen geboekt.
Woensdag 11 juni.
Een lange tocht gepland,
Via de A9 naar boven en bij
Lybster voerde Justine ons recht naar het noorden. Een kaarsrecht weggetje waar
we niets meer tegenkwamen. We kruisten nog wel wat andere en uiteindelijk
belandden we op de A836.
Nog een stukje verder naar
het oosten lag John o’ Groats. Plaatsje van niks, een giftshop en een
toeristenbureau. Lekker een bak Engelse thee gedronken en toen naar het
eindpunt, daar moet je dan toch geweest zijn. Dat hadden we 11 jaar geleden
verzuimd te doen. Er was daar helemaal niets anders dan een vuurtoren. |
|
|
|
Na een stukje wandelen zagen
we de rotspieken die
Zo’n kilometer of twee na
Castletown begon er het één en ander op mijn dashboard te knipperen, mijn
bandenspanning is te laag, 2,2 bar…shit, hoe kan dat nou. Direct besloten we
terug te gaan naar het benzinestation en daar constateerden we dat er een
joekel van een spijker in zat die nog vijf centimeter uit de band stak. Stuk
intelligentie van het benzinestation kon ons nog net vertellen dat er twee
huizen verder een garage was met AA erop, maar de monteur was pas om twee uur terug, dus
moesten we nog drie kwartier wachten. Het wachten werd beloond, hij was er een
kwartier eerder maar kon ons eigenlijk niet helpen. Een prop erin schieten kon hij alleen van de
binnenkant uit en hij had geen ervaring met motorbanden. Ongeveer
Vader garage, een man met
veel levenservaring, had bij Daf-trucks in Eindhoven gewerkt, Opleidingen
onderhoud rollend materieel gegeven in Afganistan en ook nog op een booreiland
gezeten! Omdat het te druk werd in de
zaak moest hij nu maar thuisblijven. Hij liet zien dat de spijker er aan de
binnenkant ook nog schuin zo’n vier centimeter uitstak, dus dat was ook nooit
met een prop te verhelpen geweest. Stom natuurlijk, ik had wel wat foto’s
kunnen maken maar ben dat glad vergeten door de toestanden.
Die motorzaak, een aanrader
dus voor als je naar Schotland gaat en problemen hebt: AMS Motorcycles, Alistar,
Moira and Paul Steven, 20 Coach Road in Wick, tel. 01955 603550. amsmotorcycles@aol.com.
En dan komt het…na £ 136,37,
ongeveer 175 euro afgerekend te hebben reden we met een nieuwe band weer snel
naar onze B&B, zo’n
Donderdag 12 juni 2008
Na het ontbijt gingen we
over de A9 een stukje richting het zuiden naar Golspie. Vlak vóór Golspie
sloegen we rechtsaf een heel klein weggetje in (Backies). Een ontzettend mooi
en leuk één auto breed motorweggetje met wat gras in het midden. Op de A839
zijn we richting Lairg gegaan, niet over de A836 maar het veel kleinere
parallelweggetje dat naar de Shin Falls leidt. Helaas waren er dit keer geen
stroomopwaarts zwemmende zalmen te zien. We hebben daar nog even de winkel
bekeken, een mooi autootje met “Robin” erop gekocht voor onze oudste kleinzoon
en voor
|
Onderweg strandden we nog
middenin een kudde schapen die gehoed werd door een aantal Border Collies en
een boer op een quad. Hardstikke leuk! We hebben daar rustig van genoten en
vonden het eigenlijk jammer dat de boer ons wenkte om er langs te gaan. |
In Golspie hebben we bij de steenhouwer
onze motoren neergezet om naar de Big Burn te wandelen.
Dit is nu de derde keer
dat we deze wandeling maken en het blijft mooi! Helaas had het weinig
geregend de laatste tijd want het riviertje en de waterval waren nogal
rustig. Wel bloeide overal de wilde knoflook en het rook er dus ook heerlijk
naar knoflook! |
|
|
Na onze wandeling zijn we
naar Dunrobin Castle gereden waar we graag de valkenier aan het werk wilden zien.
We hebben genoten! Hij deed het ontzettend leuk, vertelde veel over de dieren
met de nodige Engelse humor en liet de valken en ook de Eagle Owl regelmatig
vlak over de hoofden van de toeschouwers vliegen! |
|
|
Vooral als de uil dat deed was
het erg spectaculair.Het is zo’n prachtig groot dier en hij vliegt absoluut
geruisloos! Op het laatst liet hij de uil nog even op het bankje naast mij
(Thees) zitten. Zo konden we hem goed bekijken!
|
Nadat we nog eventjes het
kasteel van binnen hadden bekeken zijn we achterom langs de tuinmanswoning
naar het strand gelopen om nog wat stenen te zoeken. Of zoeken…….ze liggen
daar voor het oprapen, de mooiste stenen die je je maar kunt wensen. Wij
hebben zo langzamerhand al aardig wat stenen van Golspie beach in onze tuin
liggen. |
Op weg naar onze B&B
gingen we nog even langs de andere twee huisjes (Lodges) die bij het estate
horen, vlak bij de ford. Op het dak van de lodge met het ronde torentje zat een
meeuw haar jong te voeren. Blijft leuk! Hierna gingen we langs de Spar in het
dorp voor wat groenten, een paprika of iets dergelijks. Dom natuurlijk, hadden
ze helemaal niet! In zo’n klein dorp in het noorden van Schotland moet je geen
complete groenteafdeling verwachten! Een blikje tomaten doet echter ook
wonderen. We hebben een heerlijke dag gehad en het was ook nog bijna de hele
dag droog.
Vrijdag 13 juni.
De tocht over de Highlands.
In Brora hebben we even getankt en tussen Brora en Hemsdale zijn we linksaf
geslagen want dat leek ons wel een leuk weggetje. Of je echt van weggetje kunt
praten weet ik niet. Het was meer een karrenspoor van
|
|
Het weggetje slingerde niet
alleen, het ging ook nog door enorm heuvelachtig gebied. Dus op en neer en heen
en weer! Dat vinden wij nou leuk rijden. In deze fantastische omgeving kwamen we
een landrover tegen die onmiddellijk de berm indook zoals de meeste Britten
doen als ze op een smalle weg een motorrijder tegenkomen. Ik denk wel dat de
Kawa 1400 voor dit soort leuke weggetjes een te zware motor is. Mijn polsen
zijn wèl een stuk sterker geworden. De maximum snelheid die wij haalden was 30
km/uur. Later gingen we de wat bredere A897 op naar het westen, een single
track road met passing places. Vlak bij het stationnetje van Kimbrace sloegen
we linksaf de A871 op en bij Syre nogmaals linksaf de A873 op, langs Loch
Naver.
|
|
Bij Altnaharra (wat een
mooie naam vind ik dat)gingen we weer linksaf de A836 op. Hier moest het
gebeuren. Ik had op Google Earth een Inn ontdekt, de Crask Inn. Daar zouden we
gaan “koffie”drinken. We drinken in Engeland of Schotland altijd thee, maar ik
bleef hardnekkig koffiedrinken zeggen. Na zo’n
|
Er zat een fietser een kop
soep met brood te eten en toen wij binnenkwamen kwam de hond (met één oog)
zelfs van zijn stoel af. Zóveel mensen in de zaak moest hij toch eens van
dichtbij inspecteren. Een dame met een dikke winterjas aan lachte ons
vriendelijk toe en bood direct aan de kachel aan te steken. |
Het weer was tot dat
moment vrij redelijk geweest maar de temperatuur was niet boven de 13 graden
gekomen. Voor ons hoefde ze de kachel niet aan te steken (zeiden wij beleefd
en welopgevoed) maar ze deed het later toch (en daar waren wij maar wàt blij
mee!). Haar man was turfsteker en de brandstof was dus gratis. |
|
Deze ouderwetse, sinds 1892
niet meer opgeknapte of gemoderniseerde Inn straalde een heerlijk eenvoud uit
die ons zeer aansprak. Wij houden niet zo van die uiterlijke opsmuk, van dat
lege, holle, als het maar mooi lijkt. Dit geldt overigens niet alleen voor
gebouwen, óók voor mensen!
Toen we weer buiten kwamen
was het gaan regenen en dat is die dag bijna niet meer opgehouden. Even voor
Lairg zijn we rechts afgeslagen de A838 op. We reden een stuk langs een heel
lang Loch, Loch Shin, naar de A894. Dat is de kustweg van noord naar zuid. Zo’n
rit over de Highlands moet je gewoon zelf gedaan hebben om dat gevoel van klein
zijn en de uitgestrektheid van dit landschap te ervaren.
Herkenbaar was de brug bij
Kylesku waar we elf jaar geleden vlakbij in een B&B aan het loch hebben
gezeten. Ook elf jaar geleden zijn we over een zeer fraai weggetje, de A869
naar een vuurtoren gereden. Nu gingen we niet naar de vuurtoren maar zijn we
doorgereden naar Lochinver. Het plan was nog verder te rijden maar dat laatste
stuk had een behoorlijke aanslag op mijn conditie gedaan en we waren best wel
moe. Ik had absoluut geen spijt van dat laatste stuk, het natuurschoon vergoedt
een hoop, maar de polsen waren weer aan het protesteren. In Lochinver vonden we
een B&B aan de haven. Nou ja,….B….De andere B moesten we maar in het hotel
ernaast nuttigen. Het hotel was een monumentaal pand van 200 jaar oud waaraan
de laatste 2 eeuwen met enige regelmaat moderne uitstulpingen waren gebouwd en
het stond midden tussen de klerezooi van een vissershaven. Echt sfeervol dus!
Zaterdag 14 juni.
Gekke Jan is jarig! (ik zal
maar niet zeggen hoe oud al weer)
We hebben uiteraard ontbeten
in het hotel. Dit ontbijt was duidelijk voor bootwerkers bedoeld want wat me
nog nooit is overkomen, overkwam mij nu. Het was teveel. Ik moest wat laten
liggen. Nadat het de hele vroege ochtend gehoost had, was het droog geworden.
De eerste helft van de dag bleef het redelijk weer met af en toe doch zeer
regelmatig een bui. Het eerste deel van de route ging weer over hele smalle
one-track roads. Nu echter óók nog met heel veel losliggend grind erop. Tja de
weg was net vernieuwd en dat hoort er bij. Alleen is het voor motorrijders niet
lekker ontspannen bochtjes draaien als je vóór elke bocht in de spanning zit of
er iets om de bocht komt, een schaap staat of een tegenligger komt. Onverwachts
remmen is uitgeloten. Op de A835 was het weer even lekker doorrijden, we wilden
Applecross toch wel halen. We reden rechtsaf de A832 op naar het westen. Hoe
verder naar het westen we kwamen, hoe
meer de zon er doorkwam en het laatste deel van de tocht was het zelfs heerlijk
weer. Het was een hele mooie weg, wel een stuk smaller maar grindvrij en de
bochtjes waren prima te nemen. Toen we bij Kinlochewe rechtsaf sloegen, de A896
op was ik wat huiverig. Op de kaart was de aanduiding duidelijk anders en leek
meer op het eerste stuk van gister, maar gelukkig was er een wereld van
verschil. Het bleek een weg te zijn met prachtig asfalt. (wàt!? Géén
lengteribbels? Géén gaten? Géén grind?
|
Toch wel schapen hoop ik?)
We werden getrakteerd op schitterende vergezichten over de oceaan met ontelbare
kleine eilandjes er in. We probeerden zoveel mogelijk te stoppen om foto’s te
maken. |
|
|
In Applecross zochten we een
B&B maar de enige die we vonden, daar was niemand thuis. Het dorp zelf was
niks, 10 huizen op een rijtje. Dan maar doorrijden naar Loch Carron.
|
Het eerste stukje van |
Opvallend is dat ze hier
eerder geneigd zijn de weg maar gewoon rechtuit naar beneden te leggen dan
dat ze haarspeldbochten aanleggen. Dan maar wat steiler! We zijn ook maar 3
haarspeldbochten tegengekomen. En àls
ze er dan liggen is het ook goed raak! Wat een fantastisch gevoel geeft dat
toch! Het mooiste van deze weg is echter het moment waarop je zicht krijgt op
de enorme vallei die zich plotseling openbaart. |
|
Deze weg heet in het Keltisch:
Bealach na ba, de pas van het vee. Toen we in het dal waren aangekomen hebben
we na wat speurwerk uiteindelijk in Lochcarron een B&B gevonden, vlak aan
het Loch, waar we 3 nachten zouden blijven.
Zondag 15 juni.
Geen verjaardagen vandaag
maar wel weer een heerlijke dag. De drie nachten hier gaan niet door. Twee
nachten kon wel maar de volgende dag was al besproken. Jammer maar helaas,
plannetjes gewijzigd.
|
Vandaag gaan we naar de
tuinen waar we gisteren finaal voorbij gereden zijn, zo’n |
Zondag in Schotland is een
ramp, alles is dicht. We wilden tanken maar hier was alles: every Sunday
closed. Uiteindelijk op de A832 hebben we in Talladale getankt. Inverewe
gardens in Poolewe is geweldig! We hebben er echt planten, struiken en bomen gezien
die we nog nooit gezien hadden. We moesten diverse keren even op een bankje
zitten omdat de tuin zo enorm groot was en we hebben vreselijk mooie
uitzichten gezien. |
|
Toen we na ruim vier uur
door de tuinen gewandeld te hebben weer terugreden besloten we ook nog langs de
Altadale tuinen te gaan, hier aan de overkant van het water. Helaas…………All
Sunday closed. Dan maar terug naar de B&B. Het was inmiddels vier uur
geworden toen we besloten de beloofde Fisch and Chips gaan eten. Ach, helaas…….Closed
on Sunday at 4 pm. SHIT! Toen zijn we maar lekker in het stralende zonnetje
langs het water gaan wandelen.
Omdat we hier dus morgen uit
moeten gaan we morgen al naar Skye. Dan kijken of we daar wel of we iets leuks
vinden voor twee of drie nachten en of we een boottocht kunnen maken. (ja, die
uit de folders met allerlei mooie beloftes over dat je dolfijnen en walvissen
kunt zien.)
Maandag 16 juni.
Na het heerlijke ontbijt
weer op de ploffen gestapt en om het loch heengereden naar het zuidwesten,
richting Skye. Aan het eind van Loch Carron pakten we niet de A890 maar sloegen
we rechtsaf naar het weggetje dat langs de kust liep. We namen deze keer de
inmiddels niet meer zo nieuwe brug naar het eiland. Het eerste deel van Skye is
niet zo boeiend, het was erg druk en de hoeveelheid bebouwing langs de hele weg
maakte het er niet mooier op. Hoe meer we naar het noordwesten reden, hoe
mooier het echter werd. Ze waren ergens aan de weg bezig (natúúrlijk) en wat
daar gebeurde hebben we nog nooit meegemaakt! Er reed een autootje met
zwaailicht heen en weer en daar moesten we achteraan, met een snelheid van
hooguit 5 km/uur! En dat over een lengte van zeker
Nu, na 11 jaar hebben we
eindelijk een foto van de telefooncel (die nog steeds als garderobekast werd
gebruikt!) aan de andere kant van de haven gemaakt. |
|
Toen we Portree uitreden
vroeg ik me eerst af of we wel goed zaten. De mooie tweebaansweg werd
plotseling een single track road, bijna zonder verkeer.
|
|
|
Hij liep wèl langs de kust
omhoog dus we moesten wel goed zitten. Hoe noordelijker we reden, des te
ruiger werd het. We genoten van het schitterende uitzicht. Precies op de noordelijkste
punt van de weg begon het te spetteren en de rest van de dag bleef het
zachtjes regenen. De weg naar beneden was qua uitzicht nog steeds geweldig
maar het landschap zelf wat rustiger. Toen de van de A87 afsloegen de A850 op
werd het zelfs wat saai. |
Vlak voor Dunvegan besloten
we een B&B te zoeken en aan het eind van het dorp vonden we er een die te
koop stond, maar nog wel open was. Een verschrikkelijk gezellig mensje opende de
deur. Het bleek dat zij en haar man ook motor reden. Daarom stond hun huis te
koop. Ze wilden meer van het leven gaan genieten zodra hun dochters (alle
vijf!) het huis uit waren. Ze verkochten de B&B om op hun andere stuk
grond, hier achter een kleiner huis te laten bouwen. Ze babbelde maar door met
steeds een hand op je arm of schouder om aan te geven hoe gezellig ze het vond.
Het is hier ook een standplaats voor de ambulance. Die lui zitten hier dan,
veel ook op een kamer, om een oproep af te wachten.
Dinsdag 17 juni.
Vandaag blijven we in
Dunvegan om het kasteel met de tuinen te bekijken en het een beetje rustig aan
te doen. Van dit kasteel hadden we ooit een programma op tv gezien. Het ging
toen ondermeer ook over de enorme onderhoudskosten van het kasteel. De
toenmalige Laird, die inmiddels is overleden, wilde de Cuilins (bergen)
verkopen zodat hij geld zou hebben om het dak te repareren. Helaas voor hem
kwam er geen enkele liefhebber op af. Zelfs geen gekke Amerikaan van Schotse
afkomst.
|
Bij het kasteel aangekomen
begon het wat te regenen dus zijn we eerst het kasteel ingegaan en hebben
daarna de tuinen bekeken. Het kasteel is nog steeds gedeeltelijk bewoond door
de eigenaren en was best wel de moeite waard. Mooie uitzichten, vooral vanuit
de grote woonkamer. |
Buitengekomen bleek dat
het wat harder was gaan regenen. Maar wat moet je. Je bent er nou toch dus ga
je toch de tuinen in. Weer hele mooie planten en bloemen gezien. |
|
Na verloop van tijd voelden
we de regen weer overal doorsijpelen, ondanks motorkleding, regenpetjes en
zelfs een parapluutje. We stapten dus maar weer op de plof naar het B&B
terug. Daar, in de woonkamer bij de houtkachel hebben we een beetje tv gekeken
(mooie DVD over Skye) en hebben we een beetje de routes voor de volgende dag
gepland. We zijn nog wel even het dorp ingegaan voor boodschapjes en hebben op
de kamer wat gegeten.
Vandaag hoorden we dat de
staking van de (benzine)tankwagenchauffeurs gelukkig voorbij is. Er waren al
aardig wat benzinestations in de buurt die geen benzine meer konden leveren en
wij konden geen jerrycan met benzine inslaan zoals we automobilisten hebben
zien doen.
Woensdag 18 juni.
Na een heerlijk ontbijt en
een hartelijk afscheid van Agnes en Gordon (van Kilmuir Park B&B) verlieten
we Dunvegan in zuidwestelijke richting. We volgden de A885 en verder de A87
naar het zuiden. In Broadford sloegen we rechtsaf de A8083 op. Elf jaar geleden
was dit helemaal een single track road maar nu was het (al voor ongeveer
driekwart) een brede tweebaansweg en aan de rest werd hard gewerkt. Jammer voor
de toeristische motorrijder.
Bij de boot was het eerst
even een kaartje kopen, zo’n combikaart, Skye af en Mull op en af. Er ging toen
blijkbaar wel iets mis maar daarover later. We namen niet de eerstvolgende boot
want we wilden eerst nog Castle Armadale bezoeken. Het kasteel bleek niet meer
te zijn dan een paar buitenmuren waar je niks mee kon maar de tuinen waren
prachtig. We hebben lekker even gewandeld en van uitzichten genoten. Het weer
was redelijk. Onderweg hebben we een paar stevige buien gehad maar terwijl we
door de tuinen wandelden bleef het droog. Aan boord van de ferry werden de
motoren vastgesjord want het woei aardig en het schip ging lekker tekeer. Aan
boord zagen we nog een bekende Schotse acteur. De hoofdrolspeler van de Engelse
politieserie “Inspector Rebus” en ook van de serie “The Messiah”.
Omdat we als eersten de boot
afreden was de weg voor ons lekker leeg. We volgden de brede A830, soms zelfs
drie banen breed als het een beetje omhoog ging.
Bij Locailort gingen we
rechtsaf de A861 op en dit was het helemaal weer! Slingerend en kronkelend
met de mooiste vergezichten en hoppend van passing place naar passing place.
In Salen reden we rechtsaf de A8007 op voor de laatste |
|
|
|
Een klein bootje waar we op de
motor moesten blijven zitten want de zee was nogal ruig (Ay, it’s a wee bit
choppy out there sir!) en vastzetten kon niet. Op het pondje stonden onze twee
motoren en één Belgische camper. Toen kwam het probleem van de kaartjes. De
kaartje om de eilanden af te komen waren goed maar om Mull op te komen hadden
we helaas een kaartje gekregen voor een andere boot, dus moesten we helaas
nogmaals betalen! Op de pond betaalde ik ook met Visa net als toen voor de
combikaartjes. Ik kreeg het advies om aan land even naar het kantoor te gaan.
Daar zat een heel aardige dame die geregeld kreeg dat alles helemaal
teruggedraaid werd, ik kreeg het geld van alle vier de tickets terug en ‘kreeg’
toen een hele nieuwe combikaart.
|
|
Tobermory heet het havenstadje,
het lijkt wel een beetje op Portree maar een wat armoedig. De B&B die we
vonden leek aan de voorkant nog wel aardig, maar het achteruitzicht op een
verrotte stacaravan, een autowrak en een hondenkennel was niet ècht leuk. Een
heel aardige vrouw ontving ons hartelijk, de prijs was heel laag en we kregen
een ruime kamer, dus boekten we toch maar voor twee nachten. Morgen naar????
Donderdag 19 juni.
Het hóósde en dat zou het de
hele dag waarschijnlijk wel blijven doen. Maar we hadden besloten naar Duart
Castle te gaan op het oostelijkste puntje van Mull en niet naar Iona, een
eilandje aan de westkant van Mull. Het kasteel ging om half elf open en was
|
Zodoende hebben we dus ook
Torosay Castle and Gardens gezien! Het was nog steeds droog dus besloten we eerst
de tuin maar in te gaan. We waren zo’n beetje de eerste gasten dus het was
heerlijk om nog zo rustig door de prachtige tuinen te kunnen wandelen. Aan de
rand van de tuin vlak bij het water kregen we ineens een prachtig uitzicht op
het silhouet van Duart Castle in de verte. |
|
|
Er werd heel hard gewerkt in
de tuin en dat was nodig ook, de greenhouses stonden vol met stekjes van
allerlei verschillende planten en we hebben echt genoten van alles wat we
zagen. Amper in de tearoom voor een bak sludder (Engelse thee met melk) begon
het te regenen. Vanuit de tearoom konden we het kasteel in voor een
bezichtiging van een deel, want het andere deel werd nog bewoond door the Lady
and the lord, die we ook nog even gezien hebben. Bij de motor was het weer droog
en toen gingen we op weg naar Duart. Onderweg zagen we van die heerlijke
wollige knuffelkoe-beestjes, zie foto:
Op de parkeerplaats kregen
we even een hoosbui over ons heen maar voor de rest was het weer droog. We hebben
het kasteel helemaal bekeken en vanaf het dak nog wat mooie plaatjes geschoten.
Dit kasteel werd nog bewoond door de 28ste Laird. Op de terugweg
naar het B&B hebben we nog een mooie wandeling rond het loch in het Aros
park gemaakt in de stralende zon. Zo werd een dag die dreigde finaal te
verregenen een heerlijke dag met verschrikkelijk veel cult- en natuur. Morgen
via de westkant van het eiland naar de boot.
Vrijdag 20 juni.
Wat een tocht, 100km over STR,
nieuw asfalt heeft een voordel maar ook een nadeel. Er lag veel grind, of
liever gezegd split. Toch kon de conditie van de weg en ook de enkele hoosbuien
ons plezier niet schaden. De eerste buien vielen samen met de eerste
haarspeldbochten. Ik wist niet dat er zo veel waren in Schotland.
|
Die weg, de A8073 en later
de A8035 waren zo mooi, geaccentueerd door de stralende zon en de voorbij
trekkende regenbuien, dat we Mull toch een beetje als favoriet hebben
bestempeld. De laatste kilometers over de A849 waren erg mooi maar ook erg
druk. De reden dat we besloten hadden niet naar Iona te gaan. |
|
|
Er werd te veel reclame voor
gemaakt dus dachten wij dat er ook wel te veel toeristen zouden zijn. Gezien het
aantal bussen dat we tegen zijn gekomen, was het er erg druk! Niks voor ons
dus. Onderweg zagen we een hoop vogelaars met grote kijkers de horizon
afspeuren. Waarschijnlijk naar de zee-arenden die daar leven.
Zaterdag 21 juni.
Vanmorgen na alwéér een
lekker Schots ontbijt vertrokken we om ongeveeer 9 uur. Het eerste stuk ging
langs Loch Awe, een mooi weggetje met passing places natuurlijk en met een
redelijk wegdek.Het leek een soort langgerekte camping want overal zag je wild
kampeerders. Redelijk heet hier gedeeltelijk goed asfalt en grotendeels
rommelig lapwerk met grind en gaten. Loch Awe is een erg lang Loch omgeven door
glooiende heuvels en met zeer groene oevers. Thees vond al dit natuurschoon op
het laatst zelfs saai worden! Eerlijk gezegd was het landschap van Mull
gisteren ook veel spectaculairder!
Aan het eind van het Loch
kwamen we op de A816 en sloegen we al snel weer af naar een weggetje dat zó
klein was dat ik halverwege betwijfelde of het wel een weggetje zou blijven
of dat we weer eens in een uienveld zouden eindigen. |
|
|
Het werd geen uienveld
maar wel een boerenweggetje met grind, gaten en gras in het midden, een boer
die op zijn quad, met zijn bordercollies tussen de schapen aan het werk was en
3 hekken die we onderweg moesten openen en uiteraard weer sluiten. Het blijft
leuk! |
Na
|
In Claonaig reden we naar de
Ferry over een zeer klein, nederig en onbenullig weggetje. We hadden de ferry
net gemist. We moesten de motoren neerzetten in de genummerde vakken en
aangezien wij de eersten waren stonden we dus op nummer 1. Er was daar een
aanlegsteiger, een invalidentoilet, een overdekte bushalte en diverse borden
waarvan een groot aantal ons inziens zeer overbodig. |
Gelukkig was er een leuke
baai met een strand dat bestond uit heel mooie stenen en een aantal bizarre
uitlopers van lava of iets anders geologisch interessants. In ieder geval
heel mooi! We hebben ons bezig gehouden met het zoeken naar mooie stenen voor
onze tuin. |
|
De ferry was net zo’n ferry
als die van Kilchoan naar Tobermory, alleen was het nu ietsje drukker. Onderweg
op de ferry wou een rare Chinees nog een foto van ons maken met ons eigen
toestel. De reden ontging ons maar we vonden het best. Het zicht op Arran was
erg spectaculair. Veel bergen en een paar daarvan waren ontzettend ruig en
spits. Helaas was de A841 erg bobbelig met slecht asfalt bestaand uit diverse
soorten asfalt door elkaar. Er waren weinig B&B’s, wel wat hotels en een
aantal self catering cottages en uiteindelijk kozen we een goed uitziend
Guesthouse vlakbij Brodick. Het was heel duur,
Zondag 22 juni
Deze keer voor de tweede
keer in deze vakantie gekozen voor een vegetarisch ontbijt. Het was weer
compleet en lekker. Het is zondag en als je bijna geen benzine meer hebt kan je
het schudden. We zouden een rondje Arran doen en dat moest nog nèt kunnen.
Conclusie: Arran is not suitable for motorbikes. Wat een klotewegen. Van
Brodick naar het zuiden gaat nog wel, het eiland dwars over het eerste stuk,
maar de rest is echt vreselijk. Speciaal in de bochten veel grind, putdeksels
van
|
De route die we reden:
volgens mij heet die weg The String, dwars over het eiland naar de A841, even
verder naar het zuiden, de uitzichten waren weer geweldig, linksaf over The
Ross weer naar de oostkust, verder zuidwaarts de A841 weer op. |
Helemaal in het zuiden een
foto van het eiland Pladda gemaakt en even de bril op een bankje gelegd….Je
raadt het al, die lag er nog toe we weer in de B&B waren. Je gelooft het
zelf niet en toch was het zo. Gelukkig het enige benzinestation op het eiland
gevonden dat wèl open was, even getankt en terug naar het bankje aan de
zuidkant.en daar lag mijn bril dus nog. Op de terugweg zelfs even harder kunnen
rijden dan 120 km/u maar ik zal nooit meer terugkomen met de motor. Het eiland
is echt prachtig. De tweedeling in noord en zuid is frappant. Noord met zijn
ruige bergen die ontoegankelijk zijn en het zuiden met zijn prachtig begroeide
heuvels.
Toen de hele toestand met
bril achter de rug was zijn we naar Brodick Castle gewandeld en hebben daar
heerlijk weer eens cultureel gedaan en de tuinen bekeken. Veel
hoogteverschillen en we kwamen er achter dat je eigenlijk heel makkelijk die
tuinen in kan zonder te betalen. Hebben we wel gedaan, dat betalen, want
anders kwam je het kasteel niet in. Bij de in/uitgang een heerlijke pint
gedronken en daarna teruggelopen zo’n drie hele kilometers, naar de B&B. |
|
Maandag 23 juni.
Na gedag gezegd te hebben
aan de onvriendelijke Belgische dame zijn we naar de boot gereden. Ik had
gister al getankt en nu moesten we nog even de burgmantank vullen. We zijn ook
nog ergens een winkel ingedoken waar
|
De motoren kregen drie
keer zoveel plaats als de auto’s, had te maken met vast kunnen zetten enzo,
en de auto’s moesten er of achteruit op, of op de boot keren of dat alles bij
het er afgaan gaan doen. Een joekel van een met boomstammen geladen
vrachtwagen moest het hele eind achteruit de boot op, een enorme belevenis. |
Bij Adrossan zijn we weer
aan land gegaan en reden we zo snel mogelijk naar het westen. Deze omgeving is
niet zo mooi behalve heel lang het beeld van de bergen van Arran nog in de
spiegels. Via de B769, Stewarton, stukje langs de A77 en daarna de B764. hoe ik
aan deze route ben gekomen weet ik niet, maar vervolgens kwamen we langs de M74
uit. Waarom die paralelweg weet ik niet, geen kip te doen en geen controles dus
flink de sokken er in. Vlak voor Moffat konden we er gelukkig af de B719 op
waar we even later via hele leuke klimmetjes op de A701 kwamen richting Moffat
waar we thee geslobberd hebben.
Dat laatste stukje hadden
we op de heenweg de andere kant uitgedaan en omdat na Moofat de A708 zo
vreselijk mooi was reden we hem nu ook terug. |
|
Het plan was in Selkirk een
B&B te zoeken, maar daar waren we heel snel weer uit. Dan maar in Hawick, even
over de A7. Hawick was ècht helemaal niks dus dat hebben we snel aan de
noordkant verlaten en zijn toen afgebogen naar het oosten. Over een heel leuk
en rustig weggetje reden we toen we plotseling een bordje met Farm B&B
zagen staan. Lawedammaar doendan.
|
Ergens tussen de gehuchten
Hallrule en Bedrule ligt daar dus een boerderij met |
Ook de hond Ling heette ons
hartelijk welkom en vergezelde ons tijdens een behoorlijk lange wandeling langs
de rivier. We hebben ook nog even in Jedburgh wat boodschappen gedaan en
tegenover de ruïne van een kerk heerlijke fish and chips gegeten. (wat is dat
toch deze vakantie met kerken en fish & chips?) Snel reden we daarna weer
naar de B&B waar we heerlijk in het zonnetje in de tuin (zeg maar PARK!)
van ons biertje genoten. Wat een leven! Motorrijden, rust en in het zonnetje
een biertje drinken……….
Dinsdag 24 juni.
Tijdens het ontbijt konden
we van het geweldige uitzicht genieten en heb ik voor het eerst haggis gegeten.
Viel niet tegen! Na mijn schoen van de hond teruggekregen te hebben pakten we
onze spullen in en namen afscheid.
Al gauw zaten we op de
B6357 waar we via een tussenweggetje op de ongenummerde weg langs Kielder
Water kwamen, een hele brede, stille weg met heerlijke bochten en prachtig
uitzicht. We waren Schotland net uitgereden en de Engelsen maken hun wegen
toch ietsje beter blijkbaar. |
|
Via wat geslinger kwamen we
in een doodlopend dorpje, Simonburn, waar we in een ouderwetse
tearoom/postkantoor/levensmiddelenwinkel en B&B, thee gedronken hebben. Na
een kort ritje kwamen we om 12 uur bij B&D aan. We werden verrast met een heerlijke
salade als lunch en verder moest Barbara nog even een uurtje werken. Toen ze
thuiskwam hebben
Woensdag 25 juni.
We sliepen in de woonkamer
op het tweepersoons luchtbed en in de wakkere uren heb ik ’s nachts wat
geinternet. Ik kwam erachter dat per 1 september de boot naar Noorwegen vanuit
Newcastle definitief uit de vaart wordt genomen. We zijn vanmorgen lekker vroeg
opgestaan en na een eenvoudig maar zeer engels ontbijt moest er van de dames
gewandeld worden.
|
Langs Hadrians Wall, zo’n |
Zeker van “de boom” van
Robin Hood! Maar die staat er dan ook wel op een prachtig stukje van de muur! |
|
Thuis kregen we weer een heerlijke
salade met aardbeien,ijs en custard toe. Een rondje tuin is hier ook altijd erg
leuk. Op het landgoed zijn enorme stukken verwaarloosd maar David en Barbara
hebben hier en daar toch wat op mogen knappen van de eigenaren en dat ziet er
erg leuk uit. De kassen en de groentetuinen staan er ook goed bij.
Donderdag 26 juni
Vandaag hebben we rustig aan
gedaan. We zijn nog even een stukje langs de rivier gaan wandelen, altijd mooi.
Na alweer een heerlijke en vooral gezonde lunch was het dan toch weer tijd om
afscheid te nemen. Ik weet niet of we volgend jaar hier weer terugkomen, we
willen namelijk naar de Noordkaap op de motor!
De terugreis verliep rustig.
We hebben zoveel mogelijk mooie kleine wegen opgezocht. Aangezien ik dit
laatste stukje schrijf terwijl het al 25 juli is zal het wel een erg kort
stukje worden! Bij de slager in Gorbridge hebben we
We kwamen redelijk bijtijds
in Newcastle aan en zijn toen eerst even naar het winkelcentrum gegaan. Helaas
is daar nog steeds geen gewone supermarkt, er zijn alleen maar kledingzaken,
schoenenzaken en meer broodjeszaken. We zaten dus zonder ons favoriete bier!
Toen we bij de boot aankwamen zagen we dat het zwart zag van de motoren! We
waren wel wat later dan normaal (normaal= 3 uur te vroeg!) maar dat het zó druk
zou zijn dat hadden we niet verwacht. Het bleken voornamelijk Britten te zijn
die op weg waren naar Assen voor de TT! Nou, het was gezellig hoor in het ruim
van de ferry met 400 andere motorrijders proberen je motor vast te sjorren. We
hebben wel weer héle rare typetjes ontmoet. Thees raakte in gesprek met een
oude visser die ook op een Kawasaki 1400 GTR reed. Hij kon het ding maar amper
de baas. Hij verontschuldigde zich tegen mij dat zijn taalgebruik wellicht wat
te wensen overliet. Ja, dat kon je wel zeggen. Hij was inderdaad amper te
verstaan maar dat kwam voornamelijk door zijn dialect. Op de boot hebben we bij gebrek aan beter maar
weer Newcastle Brown gekocht en een fles jenever (of whisky?) voor Thees en een
fles Baily’s voor mij. Zo werd het nog een gezellige avond!
Vrijdag 27 juni
De volgende morgen bij het
ontschepen was het een prachtig gezicht om ál die verschillende motoren de boot
af te zien rijden. Diverse motorrijders hadden een zware avond en nacht gehad,
dat was duidelijk te zien. Sommigen hadden helemaal geen nacht gehad, dat was
óók duidelijk te zien! De Nederlands douane was helemaal voorbereid op deze
horde Britten. De combinatie Britten en boot betekend zuipen. Blijkbaar dus
zelfs als ze op de motor rijden. We moesten allemaal blazen dus het duurde
laaaaaaaaaaaaaaaaaang voordat wij eindelijk door de douane konden.
Verschillende motorrijders waren al apart gezet ter ontnuchtering en ik moet
eerlijk zeggen dat ik hem ook een tikje kneep. Gelukkig was alles goed met ons
en konden we gelijk doorrijden. Ik maakte nog een klein foutje terwijl ik even
stopte om op Thees te wachten. Ik reed links om langs de stoep te stoppen en
begreep even niet waarom die automobilist daar zo om moest lachen………..
De terugreis verliep goed.
We reden nog even langs ons bankje aan de vaart maar moesten een bankje verder
nemen omdat iemand daar met zijn auto bezig was. Onderweg nog even boos geweest
op een automobilist die op een héél smal weggetje (met van die lekker diepe
grindbakken links en rechts) mij zowat het grind in reed omdat meneer bang was
met zijn P.C.Hoofttractor door het grind te rijden. De volgende keer doe ik het
dus anders. Dan stop ik dus en laat ik ze lekker om me heen rijden. Je zou toch
denken dat mensen die zo’n onzinbak kopen juist graag een stukje cross country
willen rijden! Daar is zo’n ding toch voor?
Enfin, we zijn weer thuis en
hebben het er regelmatig nog over wat een héérlijke vakantie dit was!