De vakantie naar de Pyreneeën, juni 2006.

 

Vrijdag 2 juni 2006.

Half zes werden we wakker, veel te laat om op het beoogde tijdstip van 6 uur weg te rijden. Dan kunnen we net zo goed rustig aan doen. De laatste sinasappels uitgeperst, restjes melk opgedronken, laatste spullen gepakt en wegrijden, om precies zeven uur.

Vlak voor dat we Deventer uitreden kwam Henk nog langs met loeiende sirenes, althans dat dachten we want er zwaaide geloof ik iemand. (later: het was inderdaad Henk die ons officieel uitgeleide deed!) Ik had beloofd ons redelijk aan de maximum snelheid te houden want ruim 400 km plus wat je nog verkeerd rijdt allemaal binnendoor is best wel een eind. In Zutphen werd Conny nog  bijna van de weg gedrukt door een vent die van rijstrook ging veranderen terwijl zij daar toch echt al reed. Gelukkig reageerde ze goed en liep het goed af!

De eerste stop was vlak bij Weert waar alles nog dicht was. Ze gingen om tien uur open en de eigenaar was gelukkig precies op tijd. Het was heel erg koud! De thermometer had geschommeld tussen de 10 en de 12 graden. De tocht verliep verder erg rustig en als je dan de eerste hellinkjes krijgt is het weer smullen geblazen.

Die aparte rotondes met die dubbele banen en de betonstrips er tussen deed ons een verkeerde rijbaan pakken waardoor een vrachtwagenchauffeur het nodig vond pal achter Conny zijn claxon te beroeren.

De tweede stop was een kroegje in België, blauw van de rook met een tandeloze bezoeker die Nederlands en Frans sprak en uitvoerig begon te babbelen. De ploffen in dat hele fijne zwarte Belgische grind geparkeerd, kon niet anders.

Bij Bouillon even van de route af om op een terrasje met motorkleding aan, in de zon een patatje gegeten en toen de laatste 40 km naar de camping in Buzancy, tussen Reims en de stad Luxemburg, waar we om half vijf aankwamen. Vlot gevonden en tegen de kou een “mobile home” gehuurd voor 1 nacht.

 

 

 

Toen we eenmaal ingericht waren begon het zonnetje wat enthousiaster te schijnen en werd het zowaar bijna aangenaam, dus toch nog een wandelingetje gemaakt en onderweg bij de receptie een baguette besteld.

Alles met elkaar 442 km gereden vandaag, best wel een eind.

 

 

 

 

Zaterdag 3 juni 2006.

Na een nacht heerlijk geslapen te hebben werden we om zes uur wakker en merkten we dat het echt vreselijk koud was. Dubbel blij met de mobile home. Omdat zes uur veel te vroeg is, om half negen zou de baguette er pas zijn, nog maar weer omgedraaid en nog even doorgeslapen. Om zeven uur toch maar opgestaan, rustig de spullen weer eens anders indelen en inpakken. De campingkat hielp heel erg mee door de zadels met zijn modderpoten te bevuilen. Na een luchtig ontbijt, de rest ingepakt, afgerekend en op weg, half tien was het ondertussen geworden. Het zonnetje was al de hele tijd aan het schijnen en hele weg lag de temperatuur tussen de 18 en 20 graden, een stralend zonnige dag werd het.

Het eerste deel van de trip was over vrij kleine zanderige wegen maar toen we eenmaal op de D977 zaten en later op de N77 was het heerlijk doorrijden, opvallend rustig op de wegen en ook de dorpen waar je doorheen komt lijken wel uitgestorven. Er waren hele lange rechte einden bij die heuvelend door de uitgestrekte haver, rogge en korenvelden golfden en dan weer stukken, meestal van en naar een dal met een dorp, waar je slingerend over zeer strak asfalt de zijkant van je banden ook eens aan het asfalt kon laten voelen. Eigenlijk ging dat door tot we in Avelon aankwamen.

 

 

 

 

 

 

Onderweg nog gestopt bij een of ander gigantisch oorlogsmonument en later op een parkeerplaats geluncht.

 

 

In Avelon naar een een of ander enorme super marche om wat boodschapjes te doen. Conny ging even alleen naar binnen, kon ik op de sloffies letten. Conny dacht niet te veel te kunnen kopen want anders kan het niet mee. Ik dacht, shit we kunnen niks meer meenemen. Dus het “keukentje” uit de topkoffer gepakt en aan de riemen, het is uiteindelijk gewoon een rugzak met allemaal keukenspullen, bovenop de tent en stoeltjes vastgebonden zodat we ineens een heleboel ruimte in de topkoffer hadden, maar goed dat Conny dat niet wist. Na het boodschappen weer op weg,  naar de camping municipal, vlak buiten Avelon.

Ook deze camping is zeer rustig, het is toch pinksterweekend?, maar de vijf terrassen die ik voor me zie zijn helemaal leeg en wij staan als enige op het eerste terras. Deze camping had een 8,5 voor sanitair op de ANWB camping-cd, maar waarom zitten er dan geen WC-brillen op die toiletpotten?

’s Avonds onder het genot van een heerlijke slobberwijn met pinda’s lekker in de tent zitten lezen en schrijven.

Vandaag 272 km gereden en de 20.000 op de grote slof staan er op.

 

 

 

Zondag 4 juni 2006.

Voor het eerst in de tent geslapen, en dat is dan toch wel een ramp als je er ’s nachts uitmoet en de ander ook nog niet wakker wilt maken. Het was ’s morgens erg vochtig en koud. Lekker onder de slaapzak blijven liggen die gelukkig erg goed is en half acht echt opstaan. Kopje thee en om acht uur even op de slof naar het dorp voor een kakelverse baguette.

Rustig gegeten, bakkie koffie, wat lezen en rommelen en toen het wat warmer werd rond elf uur samen op 1 slof naar Avelon.

 

 

Een verassend mooi oud stadje met schitterende uitzichten over het dal waar oa ook de camping lag, echter deze was niet te zien vanuit het stadje. Wat tijdschriftjes gekocht en weer terug via een ander heftig slingerend weggetje. De rest van de dag in de zon, maar al gauw in de tent omdat het snel te koud werd, wat gelezen, gepuzzeld, nog eens naar de route van morgen gekeken, lekker gegeten en verder niet veel bijzonders.

 

 

Maandag 5 juni 2006.

Gisteravond om 10 uur naar bed en behalve een plaspauze pas om 6 uur wakker, heerlijk geslapen dus. Weer even naar Avelon gesloft om een baguette te halen en tot mijn verbazing was het bakkertje van gister gewoon gesloten, maar bij een andere bakker, midden in het dorp werd ik hartelijk welkom geheten, weer 70 cent voor een baguette.

Ontbeten, ingepakt, afgerekend en om kwart over negen reden we weg voor een trip van ongeveer 360 km. Het weer was duidelijk veel beter, ik kreeg het warm bij het vertrek op de camping, maar gelukkig was de wind onderweg 19 graden wat overigens opliep tot 21,5 aan het eind van de dag op de lager gelegen stukken. We hebben ook al hoogtes van bijna 900 meter gehad en daar was het duidelijk frisser.

De rit ging over allerlei verschillende wegen, in het begin een prachtig slingerende weg net zoals aan het eind en halverwege van die stukken waar je de neiging krijgt het gas maar open te draaien, we reden daar ook constant tegen de 100 km/u. Ik wist niet dat dit deel van Frankrijk zo mooi is, heel uitgestrekt, erg heuvelachtig, erg stil. Bij St. Etienne van de reguliere weg af en via prachtige binnendoorweggetjes de camping voorbij gereden. Gelukkig zag ik hem van boven in een dal liggen en wees Conny, de intercom deed het weer eens niet, naar de plek waar we naar toe hadden gemoeten.

Na een moeizame keermanouvre toch naar de camping. Ongelooflijk, wat een rust. Het enige wat je hoort is het zacht ruisen van de rivier, het gekwetter van de vogels en het getjilp van de krekels.

Het was niet gebruikelijk, maar we mochten toch een mobile home huren voor 1 nacht.

Vandaag was de trip 318 km.

 

 

Dinsdag 6 juni 2006.

En dan wordt je ’s morgens wakker en is het me koud!! Bleek dat het dáár de vorige nacht nog gevroren had en vannacht nèt niet. Weer blij dat we niet in de tent lagen. Bijtijds opgestaan en eerst de kachel aan. Rustig aan spullen in gaan pakken en na om half negen de verse baguette opgehaald te hebben ontbeten, verder inpakken en wegwezen. En alweer, we wisten niet dat Frankrijk zo mooi is. Vrij snel na vertrek stuurde Karin (zo heet onze GPS) ons over een héél klein, smal tussendoor weggetje dat ècht te gek was. Toen er in een piepsmalle haarspeldbocht ook nog eens een berg grind lag werd het Conny echt te gek. Ze riep: je komt maar teruglopen en mij ophalen. Gelukkig was het maar 100 meter naar een betere weg. Dit mag Karin dus nooit meer doen. Ze probeerde het later nog wel, maar we trapten er niet meer in. (Conny: o ja? en dat onverlichte smalle tunneltje met dat Emmenthaler asfalt dan?!)

Het was een zeer afwisselende tocht, met een straffe wind over hoogvlaktes, temperatuur 14 graden en dan dook je slingerend weer een dal in waar het 20 graden was. Uiteindelijk kwamen we dan in de Gorge du Tarn. Deze ervaring steeg boven al mijn herinneringen uit! 40 km lang langs de Tarn slingeren onder overhangende rotsen, door tunneltjes en eigenlijk heeft het geen zin er verder wat over te zeggen, dit moet je ervaren. Het heeft ons doen besluiten morgen weer terug te rijden, hopelijk met de videocamera continu aan. We gaan dan via een omweg weer terug, een tocht van 130 km.

De temperatuur was trouwens langzaam maar zeker opgelopen en toen we even voor Milau op de camping waren was het 26 graden, lekker in volledig motortenue. Op de camping was het wel even schrikken van de prijs, maar toch weer een mobile home gehuurd voor twee nachten. De camping stond vol met caravans, slecht ongeveer vijf tenten en meer dan 50% was Hollander op zijn best.

De Denen tegenover ons, we zaten luxueus op de veranda, wezen ons op het feit dat de bevers in de rivier langs de camping tegen de schemering actief waren. Wij natuurlijk óók kijken.         Gelukkig hebben we er één gezien en zelfs gefilmd. Leuk die beesten eens in het echt te zien.

Nadat het licht op de veranda aan moest werden we vergeven van de piepkleine muggetjes en besloten we maar naar binnen te gaan. Er moest nog een foto van mijn benen gemaakt worden, ik had die aanritspijpen niet vastgezet en ze zakten op mijn hielen.

Korte trip vandaag, 219 km.

 

 

 

Woensdag 7 juni 2006.

Ach, wat valt er te zeggen, opgestaan, baguette gehaald, gegeten en vroeg de motor op anders wordt het te warm. Weer de Gorge door, zelfs nog verder en via een enorme hoogte weer naar de Gorge de la Jonte, die later weer uitkwam op de Gorge du Tarn. Een tochtje van ongeveer 130 km, maar wat doe je er lang over als je elke vijf minuten stilstaat om toch nog maar een foto te maken. Het zijn er uiteindelijk 40 geworden.

Gister zagen we de bever en vandaag werden we op een parkeerplaats voorgelicht door een Belg die vertelde dat de roofvogels die hier vlogen allemaal gieren waren. Drie verschillende soorten,  de 1e soort at voornamelijk zacht vlees, de 2e soort at voornamelijk hard vlees (spieren en huid o.a.) en de 3e soort at de botten en andere resten op. Netjes geregeld van de natuur toch? Met de verrekijker kon je duidelijk de enorme spanwijdte van de beesten zien, een prachtgezicht.

Na op de camping even rustig aan gedaan en toen…..moest er gezwommen worden, ja er is hier een zwembad en dan moet je toch wel. Heerlijk samen even de verkoeling van het water opgezocht en gevonden. Later nog even met z’n tweeën op de grote slof naar Milau gereden voor wat boodschappen. Toch weer anders rijden, met z’n tweeën op één brommer.

Trip van vandaag, de rustdag, 136 km en dan nog het tochtje naar Milau en terug, ongeveer 30 km.

 

Vrijdag 8 juni 2006.

Geschreven ’s avonds de negende want was gister erg moe en gelukkig van de geweldige tocht. Het is een beetje een saai verhaal, maar nadat we vertrokken van de camping, voor Milau nog even een foto van de brug gemaakt, door Milau heen en onder de brug nog wat foto’s en gefilmd.

Via een wederom prachtige route, waaronder tien km meest motoronvriendelijke weg, heel erg bochtig en heuvelend, bezaaid met grind, dwars door Carcassonne naar de camping, 15 km zuidelijker.

Na de camping eens goed bekeken te hebben uiteindelijk een gigantische bungalowtent gehuurd, alles er op en er aan, gewone bedden in een tent. Nadat we ingericht waren weer op de grote slof met z’n tweeën terug naar Carcasson. Daar het zeer oude centrum ingedoken, denkend dat dat de bezienswaardigheid ongeveer was. Niet dus, terug naar de motor en doorgereden tot we bij de ommuurde oude stad aankwamen. Gemengde gevoelens, alle straatjes waren barstensvol toeristische winkeltjes en de restauraties aan dit deel van de stad en de stadsmuren waren gedaan op een manier dat je over eeuwen nog kan zien dat het restauraties zijn.

Terug op de camping geïnformeerd naar een super marché en die was in het volgende dorp, ja, weer 15 km verder, in Limoux. Toen we uiteindelijk weer bij de tent waren was het best wel laat. Conny nog een lekker potje gekookt en na wat rommelen lekker slapen.

 

Vrijdag 9 juni 2006.

Nou, dat was me een dagje wel. Nog nooit, en zal misschien ook nooit weer gebeuren, zoveel haarspeldbochten op één dag gereden. De eerste pas was ruim 1400 meter, zie foto. Om Andorra in te komen kan je via een tunnel of over de pas met 13 hairpins. Geen keus dus, de pas over.

 

 

Na de tracks van Karin bekeken te hebben bleek die pas ruim 2400 meter te zijn, we reden dan ook tussen de plukken sneeuw bij een temperatuur boven van 17 graden. Later toen we door de dorpjes reden (nou ja het was een aaneenschakeling van hotels, appartementen en winkels) lag de temperatuur op 30 graden. Andorra, om nóóit te vergeten en om nóóit meer terug te komen. Vreselijk wat een drukte. Het enige positieve aan het verhaal was dat we nog nooit zoveel en zoveel verschillende gewone- én motorscooters hadden gezien. Ze krioelden overal tussendoor, reden verkeersagenten bijna omver en trokken zich van enige verkeersregels echt niets aan.

Het duurde even, maar toen gingen wij hun voorbeeld maar gewoon volgen en het werkte perfect. Zelfs bijna een  agente van de sokken gereden en Conny constateerde dat wij in vijf minuten samen ongeveer vijf en dertig verkeersovertredingen begaan moeten hebben.  Buiten Andorra even een bakkie gedaan, waar vier Nederlanders zaten om een hapje te eten. Zij waren met de trein naar Avignon gegaan en vandaar uit verder de Pyreneen heen en weer gereden over de N260. Vijf km na de koffie sloegen we rechtsaf de N260 op. Wat een weg, strak asfalt, zeer veel bochten, nog een pas van ruim 1700 meter, prachtige vergezichten, kortom, alles wat wij als motorrijders wensten. Bij Sort sloegen we linksaf en het was nog maar 25 km van de camping. Vlak voor de camping doemde er een enorm rotsmassief voor onze neuzen op waar we met een tunnel onderdoor gingen en even later nog een tunnel van 1140 meter. Morgen gaan we even terug om wat foto’s te maken. Op de camping de tent opgezet, ons in laten schrijven en nog even naar het dorp, dit keer maar 2 km verder, om wat boodschappen te doen. Conny weer wat lekkers gemaakt na een lekker koud bokbiertje……. jawel, je gaat naar Spanje, je rijdt de hele dag met een temperatuur van ruim 31 graden en dan gaat het in de avond regenen! De regen werd voorafgegaan door een behoorlijke onweersbui. Inmiddels is de rivier waar we aan zitten een stuk gestegen, het is donker geworden, dus nog even een borrel en dan naar bed.

 

Zaterdag 10 juni 2006.

Diezelfde rivier was ’s morgens weer erg laag. De zon wou maar niet doorkomen vandaag, pas aan het eind van de middag werd de lucht schoner. We gingen ’s morgens eerst even boodschappen doen en toen we met z’n tweeën op de dikke slof wegtuften, begon ineens een waarschuwing over een te laag oliepeil te branden. Na verloop van tijd ging het wel weer uit, maar het zat me niet lekker. Eerst wat losse spulletjes gekocht zoals batterijtjes voor Conny haar mijnwerkerslampje en twee zekeringen en toen naar de garage. Conny spreekt gelukkig nog een beetje Spaans dus konden we duidelijk maken wat we wilden, alleen wisten we niet het juiste nummer. Die man wist ook niet wat voor olie er in moest, we moesten eerst maar eens kijken in de manual. Hans Klein gebeld en zijn vrouw kon me vertellen wat voor olie er in moest. Terug naar de garage en met veel moeite een tank met 2 liter olie gekocht. Maar krijg dat maar eens zonder lekken van een schenktuit van drie centimeter in een weggemoffeld gaatje van anderhalve centimeter. Met behulp van een plastic zakje ongeveer een kwart liter olie er in gekregen. Nou maar hopen dat het niet weer gebeurd en wat vaker het oliepeil controleren.

Goed, uiteindelijk wat boodschapjes gedaan een bakkie koffie con leche aan de overkant van de supermarkt gedronken en toen weer naar de tent.

 

 

Zoals beloofd, ’s middags weer terug naar die tunnels met er voor en er na die enorme rotswanden. Conny weer achterop en maar foto’s maken, nog twee keer gestopt, ook om wat te filmen, zagen we nog een stel bergbeklimmers bezig tegen een verticale rotswand. Op de terugweg wilde Conny nog filmen achterop maar de filmcamera deed het niet. Sloeg na enkele seconden steeds af, waarschijnlijk trilde het teveel, jammer.

Bij thuiskomst lekker wat gerommeld, de zekeringen weer door laten branden, het laadsnoer van de telefoon is nu ècht doorgebrand, maar verder was het lekker rommelen. De rivier was plotseling weer een eind gestegen, kennelijk had het hogerop uit al die bewolking wel geregend, vandaag bleef het hier droog.

 

 

Conny had weer heerlijk gekookt en na een kopje cappuccino hebben we nog een eindje gewandeld, lekker even gedoucht en nu zit Conny met haar lampje te lezen en ik rammel er op los, terwijl de wind behoorlijk fris begint te worden. Zo maar de tent in.

 

Zondag 11 juni 2006.

’s Morgens vroeg opgestaan, strakblauwe lucht en we zaten nooit zo vroeg op de weg, het was 10 voor 9. De N26 wordt veel gebruikt en dus goed onderhouden soms te goed.

Nadat we eerst aan de andere kant van La Pobla de Segur hadden getankt ging het verder over een brede, zeer goed geplaveide N20, heerlijk zwierend met een vaartje van 90 km per uur. Dat ging zo tot Pont de Suert, toen een stukje N230 en linksaf de 260 weer op. Toen viel daarbij de Gorge du Tarn een beetje in het niet.

Slingerend tussen de enorme rotswanden met snelheden tussen de 40 en de 60 km per uur was het volop genieten. Conny zag op een gegeven moment in het gras langs de weg een enorme zwart glimmende stier met van die grote horens op zijn kop.

 

Toch raar als je even later om een bocht tussen de vangrails links en de rotswand rechts, vier van die beesten, toen waren het gelukkig  koeien maar wèl met die enorme horens, midden op de weg ziet staan. Heel rustig er langs rijden en gelukkig bleven de horens omhoog staan en niet naar beneden op onze banden gericht!

Nog geprobeerd een foto te maken maar de zon zat tegen.

Bij Castejon de Sos werd het landschap weer wat ruimer en zuidelijk de 260 volgend werd het niks. Bij Campo wat boodschappen gedaan en koffie gedronken en nadat de weg weer westwaarts ging leek het steeds meer een snelweg. Waar Karin nog leuke bochtjes aangaf was het met 100 km per uur over een breed oppervlak asfalt sturen even leuk, maar dit duurde net iets te lang. Gelukkig bogen we noordwaarts af op de A138 waar we na zo’n tien km links afsloegen een weg op die niet op de grote kaart stond, een National Park in. Dit hebben we geweten. Vergeleken met de kwaliteit van deze weg zijn de wegen in België een verademing en zijn de wegen in Ierland helemaal gelikt.

 

 

Het was maar een stuk van 30 km en we hebben er meer dan een uur over gedaan, maar….wat een geweldige ervaring! Als je met gespreide armen kon rijden raakte je links en rechts gelijk de rotswanden aan die torenhoog boven je uitstaken. Gedurende diverse kilometers hadden we geen satellietverbinding meer, Karin was ons gewoon kwijt.

 

 

 

 

 

Klimmend naar zo’n 1400 meter over zeer smalle weggetjes, waar auto’s voor elke bocht claxonneerden en er gelukkig genoeg “passing places” waren maar met vele grote gaten in de weg en overal losliggend grind. De ene haarspeld na de ander doemde op en mijn grote angst was volkomen ongegrond, Conny genoot met volle teugen.

Toen we bij Broto weer op de 260 kwamen was het nog een stuk flink slingeren over zeer goede wegen en bij Biescas bogen we af naar de camping alwaar we een appartement huurde. Wat een luxe, de schone lakens en handdoeken lagen op ons te wachten. Nederland nog zien winnen op het tv’tje en lekker rustig aan gedaan.

 

Maandag 12 juni 2006.

Je zou wel van alles willen, maar wat is verstandig .We hadden de keus tussen ongeveer 100 km enorm veel bochtjes en haarspelden draaien of het wat rustiger aan doen. Conny heeft reuma en had gisteren toch wel erg veel van haar handen geëist. Op het laatste moment toch maar de verstandigste beslissing genomen en gekozen voor de rustige route. Eerst maar even getankt, in Spanje 1,10 per liter, in Frankrijk 1,40. Toch weer bijna spijt, de N260 was toch wel èrg saai rijden, maar gelukkig was de N330 al een stuk beter. Toen we de oude weg namen, de grens over i.p.v. de tunnel was het duidelijk dat onze keuze goed was geweest. De uitzichten en de wegen waren prachtig. Goed en wel in Frankrijk gingen we de N330 af richting westen, de D241. Dit werden weer heel smalle weggetjes met het ene colletje na het andere zonder een ander voertuig tegen te komen. Ergens op een koel plekje zitten lunchen. Koffie gezet, brood klaargemaakt en de enkele passant met zeer verwonderde blikken vriendelijk gegroet. Plots komt er een dame een zijpaadje afwandelen van een boerderij vandaan, ik denk, waar gaat die lopend naar toe, er was verder niks.Onderaan het weggetje, aan de weg waar wij gereden hadden, opende ze na een zeer hartelijke groet aan ons, een rood houten kastje en tot onze verbazing kwamen daar twee stokbroden uit, waarmee ze weer terug naar boven liep.

Na de boel weer ingepakt te hebben gingen we verder. We kwamen op een weggetje terecht waar steeds meer koeienvlaaien opgedroogd waar te nemen waren en al klimmend werd het erger tot er ook verse vlaaien en andere uitwerpselen waarneembaar werden.

Toen we aan een bosrand kwamen werd het heel erg en het bleek een verzamelplaats, hangplek, voor koeien uit de omgeving te zijn. Een eindje verder waar we even verkoeling zochten, de temperatuur was tot 28 graden opgelopen, kwam er dan ook een kudde koeien zomaar langs op weg naar de hangplek en we konden ze rustig fotograferen en filmen.

 

Toen we uiteindelijk beneden waren was het niet ver meer naar de camping, Karin stuurde ons verkeerd, maar na even heen en weer rijden vonden we de camping Europe.

Na de mobile home betrokken te hebben lekker even gezwommen, biertje gepakt en weer lummelen bij de hut. ’s Avond zijn we in het restaurant gaan eten, Conny nam een entrecote en ik een confite de canard uit blik, verhaal apart, maar welheel erg lekker en eenvoudig. Geen flauwekul, gewoon heerlijk eten. Met een fles Baskische wijn, ijs en koffie toe was het lekker vakantie vieren.

Na een heerlijke wandeling door het dorp, waar je heel goed kan merken dat je in Baskenland zit, wat mij op de een of andere manier een prettig gevoel gaf. Aardige mensen, vriendelijk groetend, zou zó zo’n leegstaand pand willen betrekken.

Op de camping even bij de Zwitser (man, motor, tent) langs geweest om gegevens over de mooie weggetjes in de Pyreneeën uit te wisselen.

Weer terug bij de hut het verhaal gaan schrijven en inmiddels is het hartstikke donker geworden en ga ik zo maar eens naar binnen.

 

Dinsdag 13 juni 2006.

 

Wouter wordt vandaag al weer 28.

Onze rustdag begon met een petit dejeuner complete in het restaurant van de camping. Lekkere bak café au lait, croissantje, halfje baguette en een flesje jus d’orange. Daarna snel wat aantrekken om naar het dorp te gaan Saint Jean Pied de Port, ofwel st Jan met z’n poot tussen de deur. Daar was een Citadel, wat dat dan ook precies mag zijn. Het mooiste stuk konden we niet in wat dat was een soort van internaat met school. Nog wat gezang uit een klas proberen op te nemen. Wat gewinkeld in het zeer oude dorpje, Conny aardig wat deuren gefotografeerd (nieuwe hobby?) en daarna een bakkie leut gedronken op een terrasje, het was inmiddels al knap heet geworden. Op weg naar de camping nog bij de Lydl langs voor wat boodschappen. Bij thuiskomst bleek dat we geen brood hadden dus even in m’n T-shirt op de plof terug. Het viel niet mee een bakkertje te vinden die niet gesloten was, maar uiteindelijk toch gevonden.

 

 

 

Na lekker gegeten te hebben lekker geluierd, geslapen, gezwommen en gezond. Na het avondeten weer rustig aan, vast wat dingen ingepakt want morgen beginnen we echt aan de terugreis.

 

 

 Woensdag 14 juni 2006.

Jan is vandaag jarig.

Vanmorgen opgestaan, rustig spullen ingepakt en nadat de meester de mobile home “perfect” had bevonden konden we na ontvangst van de borg, vertrekken.

Het stuk Frankrijk waar we doorheen reden was niet zo boeiend als de vorige stukken, om niet te zeggen vrij saai. We zijn natuurlijk nu ook wel heel erg verwend. Maar goed, de wegen waren redelijk tot goed, afgezien van een paar ommetjes die Karin ons bezorgde waardoor we weer achter diezelfde vrachtwagen terecht kwamen, schoten we lekker op. De rit was een dikke 300 km. Het laatste stukje voor de camping gaf nog een aangename verassing, nog even klimmen en dalen mat lekkere felle bochtjes. De temperatuur onderweg was op de 22 graden begonnen maar het laatste stuk stond de thermometer op de 32,5. Op de camping konden we voor het eerst niets voor 1 nacht huren, dus de tent maar opgezet.

 

 

 

De camping was goed gevuld, maar heerlijk rustig aan de Dordogne waar we nog lekker doorheen hebben gesparteld.

 

Nog even mijn oliepijl nagekeken en toch maar nog een kwart liter er ingegooid.

Ik moet nog even vermelden dat er op de camping een bejaard Engels stel in een camper stond en die hadden zowaar tot Conny’s genoegen een heuse Bull terriër bij zich. Daar hebben we  een tijd mee staan praten en Conny en de Bull Terriër hebben samen staan kroelen. Daarna nog even langs wat andere mensen met motoren, bleken 2 Britse stellen te zijn die met z’n vieren op 2 motoren (Moto Guzzi en een nep-H.D.) door Frankrijk hadden gereisd en nu op weg naar de Chunnel (Channel tunnel) waren. Even wat gedronken en gebabbeld. Eén kwam er uit de omgeving waar Conny heel lang geleden een tijdje gewoond heeft dus dat was wel leuk.

Toen nog een rondje camping, een borrel en dan maar weer in de slaapzak.

 

Donderdag 15 juni 2006.

Het leek allemaal wat beter te gaan met de hand van Conny, maar in de loop van de dag ging hij toch weer opspelen en mede door de hitte, die erg vermoeiend is, hebben we de route aanzienlijk ingekort en houden we in Couhe onze rustdag. De tocht zelf was afwisselend. Het begon met een prachtig stukje natuur maar na verloop van tijd werd het asfalt breder en vlakker en konden we toch nog wat kilometers maken. We zouden 350 km rijden die dag maar het werden er toch nog 260. Wat de temperatuur betreft begon het met 23 graden maar tegen het middaguur werd het al tegen de 30 en later niet meer onder de 32 graden.

Op de camping in Couhe voor twee nachten een chalet gehuurd, niks bijzonders, maar het klonk leuk en alles zat er op en er aan, inclusief een bordes.

En het was de hele nacht bloedheet, er stond geen zuchtje wind en alle warmte bleef lekker hangen.

 

Vrijdag 16 juni 2006.

Rustig aan opgestaan, het toilet was door enkele honderden mieren in beslag genomen, dus het plasje maar in de douche gedaan! Bij het brood halen gelijk geklaagd en de man van de camping ging direct mee met een spuitbus. Het volk stierf, maar opruimen moesten we zelf.

Lekker ontbeten en toen naar Rouille want we hadden gelezen dat het daar markt was. Couhe was in het centrum bijna geheel opgebroken en nadat ik bijna een trap af was gereden, toch maar via een grote omweg samen op de grote slof naar de markt, zo’n 20 km verderop. Veel verse groenten en fruit waar Conny een stel foto’s van heeft gemaakt (nòg een nieuwe hobby?), staat heel fris allemaal. Daar ook nog even naar de Spar geweest en geld getapt. Bij terugkomst op de camping wilde Conny eerst even zwemmen en ik ben nog maar een keer die spuitbus tegen de mieren op wezen halen en ze er flink van langs gegeven. Ze zijn toen uitgeweken naar de douche en ik ben benieuwd hoe het er morgenochtend uitziet. Uitgespoten ben ik ook nog even wezen zwemmen en zowaar de glijbaan van 80 meter afgegaan. Conny en ik waren de enigen in het zwembad dus ik durfde wel. Dat is dus echt niets voor mij, de eerste keer ging ik rechtopzittend veel te langzaam zodat Conny tegen me aanknalde en de tweede keer, liggend vloog ik ongeveer de bocht uit en stootte ik mijn elleboog behoorlijk toen ik wilde remmen.

Weer terug in het chalet half slapend naar Argentinië tegen Servië gekeken en na nog een bezoek aan de supermarche aan een biertje op basis van malt van schotse whisky. Erg lekker.

 

Zaterdag 17 juni 006.

Het viel erg mee met de mieren, het gif had zijn werk alsnog goed gedaan. Opgestaan, brood gehaald, gegeten gepakt en ongeveer 10 uur zaten we op de motor. We voelden ons lekker, de wegen gingen prima, in Frankrijk leggen ze soms kilometers kaarsrechte weg aan en als dan het asfalt ook nog redelijk is, kan je lekker kilometers maken. Toen we bijna bij ons einddoel waren de zaken op een rijtje gezet en besloten door te rijden naar de camping vlak bij Mont St Michel.

Daar werden we zeer hartelijk welkom geheten en we kregen een trekkershutje toegewezen van 25 euro per nacht, maar alles zat er op en er in, dus wat maakt het uit. De temperatuur was inmiddels opgelopen van 18 graden ’s morgens tot zo’n 26 graden.

We waren natuurlijk best moe na de tocht van 360 km en we hebben lekker rustig gegeten, koffie, lezen, voetbal kijken, borrel en naar bed. Morgen naar de berg.

 

Zondag 18 juni 2006.

Eerst naar de berg en dan boodschappen doen. Toen we er een kilometer vandaan waren even langs de weg gestopt voor een foto.

 

 

Vreemd gezicht, het landschap is daar nog platter dan in Holland, daar heb je nog duinen, hier niks, en dan ineens zo’n gigantische rots met bebouwing en spitse toren die omhoog priemt, heel apart.We waren er om half tien ongeveer, hij lag 9 km van de camping.

Bij benadering werd het hele circus wel erg groot, het was nog niet zo druk, maar toch. Aanvankelijk wilden we niet de abdij in maar uiteindelijk toch gedaan. Zeer de moeite waard want de rest van de berg bestaat uit vreettenten, souvenirwinkels of hotels. Toen we de abbey uitkwamen en nog ergens koffie wilden drinken was het vreselijk druk, Andorra was er niks bij. Een groot gekkenhuis. Na de koffie van 8 euro (te snel ergens binnen gedoken, de duurste tent waarschijnlijk!) gauw wegwezen.

Het was inmiddels behoorlijk warm geworden en bij terugkomst op de camping lekker gerommeld. Van het grondzeil, die rubberachtige geperforeerde mat, een soort van luifel gemaakt en dat scheelde aanzienlijk in de warmte. Conny is nog even wezen zwemmen, ik heb een beetje voetbal gekeken en de route voor morgen uitgezocht. Lastig verhaal, want het was nog 1100 km naar huis en hoe splits je dat leuk op. Langzamerhand was de bewolking wat dikker geworden en het moest gebeuren, gedurende een half uur werkelijk een hoosbui. Het grondzeil was ook weer schoon.

Na die enorme verfrissing zijn we nog even over de camping wezen wandelen en er bleek een enorme moestuin te zijn met een kasje er op, een kinderboerderij met konijnen, geiten en kleine paardjes. Ook waren er doelpakken neergezet waar je kon boogschieten en ze waren bezig een vijverpartij aan te leggen. De mensen van de camping deden hun uiterste best om Nederlands te spreken en in het geheel was het een zeer gastvrije gezellig gebeuren daar.

 

Maandag 19 juni 2006.

Gisteravond best vroeg naar bed gegaan en toe we wakker werden bleek het al over achten, lekker uitgeslapen dus. Zelfde ritueel als zovaak, inpakken en wegwezen. Tijdens het inpakken begon het te regenen en toen maar alles waterdicht gemaakt, voor het eerst deze vakantie. Membraam in de jassen, plastic over de tunneltas en een vuilniszak over het keukentje. Het eerste stuk nog even lang de Mont gereden en voor de rest was de tocht behoorlijk afwisselend en het ging lekker vlot. Na het eerste uur regen werd het droog en later zelfs nog warm. Tijdens een stop was er een soort van snackbar waar we patat kochten. Een portie van 2 euro zou voldoende voor ons tweeën geweest zijn, maar dat zie je pas las je ze krijgt. Twee enorme puntzakken. Je mocht zelf mayonaise, mosterd, curry of tomatenketchup erbij “”tanken”. Vlakbij Beauvais zouden we onze eerste Chambres d’Hotes nemen, maar die we op het oog hadden was vol. De dochter van de eigenaars belde wat mensen af en toen vonden we er een in een ongelooflijk klein gehucht met vijf huizen en een kerk, de naam van het gehucht: Buicourt. De hostess vertelde dat twee kilometer verderop het mooiste dorp van Frankrijk lag dus wij er naar toe. Eerst nog in een ander gehucht boodschappen gedaan, daar werd midden op straat nog een ruzie uitgevochten of zo, veel geschreeuw, lekker emotioneel  op z’n Frans, maar er vielen gelukkig geen klappen.

 

 

 

Toen naar dat dorp, precies Bonckhorst maar dan op zijn Frans. Veel foto’s gemaakt. We wilden daar wat gaan eten, maar helaas was op maandag daar alles dicht, punt. We vonden het al zo lekker rustig. Gelukkig hadden we net nog wat te eten gekocht en dat hebben we toen maar allemaal op zitten eten op de chambre.

 

 

Dinsdag 20 juni 2006.

Weer lekker lang geslapen en voor het eerst een ontbijt in een chambres d’hotes. Allereerst stonden er koffiekopjes ter grootte van enorme soepkommen op tafel met daarnaast een thermoskan koffie. We kregen heerlijk warme croissantjes, een mandje met sneetjes stokbrood, 6 plakjes gortdroge cake die je echt in de koffie moest soppen anders trok het direct je speekselklieren leeg, en dan een schaaltje met roomboter en drie soorten jam en een potje honing. Als je niet van zoetigheid houdt, zoals Conny, ben je echt snel uitgegeten en ik heb me door een plakje cake geworsteld.

De tocht verliep aanvankelijk vrij rustig, mooie rechte wegen redelijk goed geplaveid, maar allengs werd het drukker en op die heuvelachtige wegen heb je maar kort uitzicht en met 30 pk en een snelheid van 90 tot 100 is het lastig inhalen. Na zo’n 250 km sloegen we noordwaarts af en zijn toen via heerlijk rustige weggetjes uiteindelijk in Bouillon aangekomen waar we koffie gedronken hebben. Volgens mij zijn ze in heel Belgie de weg aan het repareren want we vielen van de ene deviation in de andere. De laatste spande de kroon en dat was in Marche op weg naar de camping, die we dus nooit gevonden hebben. Daar reden we achter een politiewagen aan, waar je vanuit gaat dat die de weg kent (ja) en in de bewoonde wereld blijft (nee) liepen we echt vast. Door een duister, één autobreed-tunneltje met een wegdek vol gaten en plassen kwamen we aan het eind in een enorme plas terecht en na nog meer gaten, stenen en ellende moesten we weer teruggaan, weer door die plas, weer door dat tunneltje. Weg hier!!

Uiteindelijk via Ourthe en Somme kwamen we in Dubruy op een camping waar we de enigen met een tent waren.

De rest was als een begraafplaats van lege stacaravans, stacaravans als weekend huisjes dus. Met tuintjes vol kabouters, papagaaien, hertjes, molentjes en ezeltjes met open ruggetjes. Na ingericht te zijn terug naar het dorp waar we heerlijk op een terrasje gegeten hebben. Conny was moe en ging er vrij vroeg in, helaas voor haar heeft ze toen niet kunnen genieten van het schouwspel van de vuurvliegjes die steeds weer boven het gras vlogen, heel apart.

 

 

Woensdag 21 juni  2006.

Rustig aan opgestaan en gaan in en oppakken. Na de 13 euro maar op een stoel gelegd te hebben, er was helemaal niemand, om half tien weggereden. Eerst mooie weggetjes in de buurt van de Ourthe, maar als je naast Luik uitkomt door die dorpjes zijn de wegen wel heel erg slecht. Ergens in As gebruncht, waar dat ligt weet ik nu nog niet, maar het eten en de capuchino waren heel goed verzorgd.

Het laatste stuk door Nederland en Duitsland verliep heel rustig en om half drie waren we weer thuis.

De dagteller van Conny gaf 4.225 km aan en dat is toch een hele prestatie in 20 dagen.