MOTORREISVERSLAG NOORWEGEN JUNI 2003.
(verslag v.a. Newcastle waar wij de boot naar Bergen in Noorwegen namen)
8 juni
Nadat we een heerlijke tijd hadden doorgebracht in Engeland bij vrienden van ons, reden we naar Newcastle om de boot naar
Noorwegen te nemen. Toen wij in Newcastle aankwamen regende het zachtjes. Omdat we weer eens veel te vroeg waren hebben we tijdens het wachten thee gezet en een broodje gegeten. Ondertussen veranderde het miezerige buitje in een fikse regenbui, die eindigde in een stevig noodweer waardoor we met andere motorrijders een fietsenhok invluchtten. Ook daar bleven we niet echt droog en renden uiteindelijk toch maar de officiele wachtruimte in waar het ondertussen zwart zag van de mensen.
|
||||
|
Om 18:15 konden we de boot op. In onze hut hebben we alle spullen die nat geworden waren zo goed en zo kwaad als het ging te drogen gehangen en ons getroost met een borrel! Gelukkig was de zee erg kalm en hebben we goed kunnen slapen.
|
|
||
9 juni
De volgende morgen rustig ontbeten en de boot bekeken. Vandaag komen we om 14:30 aan in Stavanger.
Vandaar gaat het verder naar Haugesund en als laatste havenplaats Bergen waar wij van boord gaan. Als we ons beter hadden geďnformeerd dan hadden wij maar geboekt tot Stavanger en waren we verder wel met de motor gegaan. Nu moesten we blijven zitten tot Bergen en toen wij eenmaal van boord gingen was het al 21:15.
|
||||
|
|
|||
|
Bergen is een mooie stad maar als je zo laat aankomt en nog een hut wil vinden voor de nacht dan sta je niet meer open voor de toeristische attracties! Net even buiten Bergen vonden we een camping waar ze ook hutten hadden: "Midttun Hotel en Camping". Een echte AFRADER! Maar wij waren moe en het was laat…… Deze camping ligt temidden van een industrieterrein en is gelukkig vrij moeilijk te vinden! Het is een troosteloos en vies geheel.
|
|
||
10 juni
Om 8:45 waren we al weer op weg! Vanaf ons vertrek ging alles goed. Mooie bergen, mooie meren en zelfs mooi weer! Op het eerste stuk (E16) veel tunnels maar later op de E13 wat minder tunnels. De koplampschakelaar van de Pan European is stuk dus we voeren groot licht (voor een grootgedeelte afgeplakt met zwart plakband) maar toch worden we continue "gegroet" door tegemoetkomend verkeer. |
|||
|
|
||
Onderweg word ik stil van de prachtige bergen, de rotsen en het vele water dat soms stil en zwart is en dan weer kolkend en bruisend blauw-wit. Overal schattige huisjes in wit, grijs, rood en okergeel. We hebben wat boodschapjes gedaan in Voss en gingen toen verder naar Vangsnes over de Brudevoll pas. Dit is echt spectaculair! Het is vrij hoog en de lucht is ijl. De weg is schitterend, het landschap is woest, ruig en leeg.
|
|
||
We zijn een paar keer gestopt om foto's te nemen.
|
Bij een vrij hoge sneeuwmuur hebben we een foto gemaakt van onze handafdrukken in de sneeuw. De sneeuw en het ijs lijken soms zeegroen van kleur. |
We wilden de volgende dag met de veerboot naar Hella en Dragsvik. Ongeveer 1 km. voor het veer hadden wij een camping gezien (Fjeldheimcamping) en daar zochten we een hut op met een prachtig uitzicht over de Sognefjord. Alle hutten stonden nog leeg dus we konden kiezen. Boodschapjes gedaan in de stralende zon en bij de hut hebben we lekker in de zon van ons biertje zitten genieten!
|
|
Terwijl we genoten van het uitzicht op de Sognefjord zagen we plotseling grote vinnen boven water. Wat zwemmen die vissen raar denk ik nog, totdat tot mij doordringt dat het een groep dolfijnen is!
|
11 juni
Het wordt s'nachts niet echt donker en als mijn partner om 4 uur even buiten staat ziet hij een otter zwemmen in de Fjord. Dat is toch geweldig!
Om 9 uur vertrekken we richting veerboot. Als we in Hella zijn moet iedereen van de boot af, ook de mensen die nog verder moeten met dezelfde boot, want de boot moet omdraaien en daarna mogen we er weer op……..! In Draksvik aangekomen nemen we de weg (15) naar Viksdalen. Bij een fantastische waterval stoppen we even om thee te zetten en wat te eten. We rijden dan door richting weg 258 maar die blijkt bij aankomst helaas nog afgesloten te zijn i.v.m. sneeuw. Moeten we dus toch weer door tunnels.
Door de sneeuw, ijs en rotsen en een kudde geiten zijn we naar Djupvasshytta gereden. Het is stervenskoud en we besluiten niet nog hoger naar het uitkijkpunt te gaan maar weer naar beneden richting Geierangerfjord. |
Er hangt daar in het dal een vieze blauwe walm van alle decadente cruiseschepen die daar toeristen afleveren en vervolgens met draaiende motoren blijven liggen wachten tot diezelfde toeristen al hun geld hebben uitgegeven in het stadje en weer aan boord gaan. We zijn gauw doorgereden. |
In het Eidsdal huren we een hut vlak bij de veerboot waarmee we morgen de Norddalsfjord oversteken naar Linge.
|
12 juni
Bepakt en bezakt vertrekken we om 9:30 naar de boot. We hebben nog geld nodig maar de bank is alleen op maandag, woensdag en vrijdag open en in het winkeltje brand wel licht maar er is niemand. De veerboot wordt bemand door ongeveer 4 a 5 man en de kaartjesverkoper loopt al op de wal kaartjes te verkopen. Het gaat allemaal erg vlot en efficiënt, die Noren hebben echt wel verstand van veerboten!
|
Vanuit Linge gaan we over wegnr. 63 naar Andalsnes. Het heet hier de Trollenpas en het landschap is hier onverbiddelijk. Halverwege stoppen we bij een spectaculaire (600 meter diepe pas) met waterval en veel toeristen. Het is dringen om wat te kunnen zien maar het is zeker de moeite waard!
We gaan verder door het dal over wegnr. 660, als we opeens veel touringcars met massa's toeristen zien die uiteraard ergens voor gestopt zijn. Wij dus ook! Het is lastig om erbij te komen maar ik wurm mijzelf tussen de toeristen door naar voren. Soms is klein zijn wel een voordeel! In een aantal zeer diepe grillige kloven perst zich een kolkende watermassa tussen de rotsen door. Prachtig!
|
We rijden weer verder door het dal langs de Langfjorden. Het landschap is hier rustig en lieflijk en ook hier zijn de bermen bezaaid met lupinen.
Jammer genoeg gaat het nu steeds harder regenen en zoeken we iets eerder dan normaal een
camping op. |
13 juni
We vertrekken vrij vroeg en nemen de wegnr. 16. Het eerste stuk is "rustig", mooi maar niets bijzonders. Langzaam klimmend gaan we over de E6 door Dovrefjell Nasjonal Park. Het is hier kaal, koud en tamelijk verlaten. Het is een vrij plat gebied maar ligt erg hoog en het is er dus stervenskoud!!
|
In Donbas stoppen we voor het eerst om ergens binnen onze verkleumde handen te warmen aan een kop koffie. Nadat we weer een beetje mens geworden zijn gaan we verder richting Lom.
Lom is druk en toeristisch en de horden toeristen die de kerk belagen weerhouden ons ervan om ons daartussen te begeven en de kerk van binnen te bekijken. Wel zien we iets verderop een prachtige, zeer oude houten schuur op bijzondere houten funderingen. Er staat niemand bij en hij is gratis te bezichtigen in alle rust! |
|
Mijn partner wil naar de camping waar hij 15 jaar geleden ook had overnacht. Als we daar zijn aangekomen ziet het er een beetje vreemd uit, alle hutten zijn bezet, er hangt wasgoed aan de lijn en niet zo'n klein vakantiewasje maar echt hele familiewassen, zongebruinde vakantiegangers (zongebruind in Noorwegen!?) hoofddoekjes!?……..de camping is een asielzoekerscentrum geworden!
We zijn Lom maar weer uitgereden. De weg die we volgden was mooi langzaam klimmend en daarna sterk dalend naar Luster aan de Lusterfjorden waar we besluiten een hut te nemen. (wegnr. 55), |
|
De camping is niet veel bijzonders en de hut is tamelijk oud en deprimerend maar we zijn moe en zwichten voor de luxe van een
eigen veranda boven het water van de Lusterfjord. Wat een uitzicht! |
We gaan gauw wat boodschappen doen bij de Spar in het dorpje |
en kunnen nog net voordat het te koud wordt een biertje drinken op onze eigen veranda. |
's avonds hebben we nog even door het dorp gewandeld en een oud stenen kerkje van binnen bezichtigd.
14 juni
We blijven twee nachten in deze laatste hut want we willen graag naar de Jostedalsbreen. Ik heb nog nooit een gletsjer gezien en verwacht er wel wat van. We gaan er over een mooi weggetje, de 604, naar toe. Lekkere bochtjes, mooi asfalt, riviertje, stroomversnellingen, rotsen en watervallen en dan opeens ligt daar links van mij in de verte, als een reusachtig
beest: de gletsjer. Het doet me meer dan ik had verwacht. Zo'n gletsjer is zo enorm groot, zo oud, blauw en koud. Ik word er stil van. |
Als we de motor hebben neergezet proberen we over de rotsen en stroompjes de gletsjer te bereiken. Ongeveer een kilometer klauteren over rotsen is toch wat te veel besluit ik na ongeveer een kleine honderd meter. Tien jaar geleden had ik het nog wel gekund maar nu niet meer. Het staat ook zo slordig als je er eenmaal bent maar niet meer terugkunt en dan door hulpverleners moet worden opgehaald!
|
Met de verrekijker bekijken we de gletsjer dan maar. De mensen die er lopen zijn net miertjes. De spleten in deze machtige ijstong zijn prachtig zeegroen van kleur. We wachten nog een half uur op de zon in de hoop een betere foto te kunnen maken maar helaas, de wolken blijven voor de zon hangen.
In het bezoekerscentrum hebben we nog de tentoonstelling bekeken en als we dan eindelijk wegrijden breekt de zon door. Ik kijk tijdens het rijden even achterom. De zon schijnt volop op de gletsjer en hij bestaat voor éven uit 100 karaats diamant.
|
15 juni
Om 8:30 vertrekken we uit Luster. Halverwege willen we de staafkerk van Urness bezichtigen maar helaas vaart de pont niet zo vroeg op zondag. Dan maar verder naar de pont over de Sognedal. Na de oversteek zijn we niet door de tunnel gegaan maar kozen we ervoor om de weg 53 naar Ardal te nemen.
|
||
Het is een mooie weg maar er zijn ná Tyij een paar onverlichte tunnels zonder wegmarkeringen maar wčl met “grappige” bochten direct na het inrijden zodat je ogen nog niet aan het donker gewend zijn als je de bocht moet nemen! Na een barre tocht over een sneeuwvlakte op 1100 meter hoogte komen we weer op de E68 uit. |
||
We missen de volgende afslag die we hadden nemen omdat deze in Noorwegen nr. 33 heeft en op onze kaart nr. 35!
Omdat we niet in de buurt van Oslo willen komen steken we dóór richting het oosten naar Bjonevika. Langs de Randsfjorden (weg 245), lieflijk glooiend laagland, stoppen we uiteindelijk bij Brandbu (weg 35).
We komen terecht op een hele grote drukke camping maar tot onze verrassing beginnen tegen 6 uur s ‘avonds veel mensen te vertrekken en staan er een paar uur later nog maar ongeveer 10 mensen inclusief wijzelf op de camping. |
|
Wat geeft dat een heerlijk vakantiegevoel als je iedereen ziet vertrekken omdat ze maandag weer naar school of werk moeten!
|
16 juni
Het landschap wordt richting Zweden steeds vlakker. Nog wel licht glooiend maar met veel te veel naaldbomen erg eentonig.
De weg 180 is vol heerlijke bochten voor motorrijders maar het eerste stuk is vrij slecht, veel kuilen en hobbels. Uitkijken dus!
We zijn gestopt in Högsäter, de camping was ok, grote hut met stromend water dus dat is wel luxe.
|
17 juni
Verder naar Göteborg. Aardig landschap maar niks om opgewonden van te worden. Het barst nog steeds onderweg van de lupinen. Verder vrij saai. |
|
In Göteborg nemen we het veer naar Fredrikshaven. Uiteraard zijn we te vroeg aanwezig. De veerboot bleek een katamaran te zijn. Supermodern en snel. De overtocht duurt maar 2 uur.
|
|
Het weer is in Denemarken wat minder helaas. Ook het landschap is helaas wat minder! Maar wat wil je dan ook ná Noorwegen.... We hebben wat boodschappen gedaan en een camping opgezocht in Gronhoy met streepjes door de O’s.
|
|
18 juni
Om ongeveer 8 uur vertrokken we weer. Veel water (zout of brak?) onderweg, veel vogels zodat we tenminste nog črgens naar konden kijken in dit eentonige saaie landschap. (toch raar, Nederland is nog saaier en platter maar dat vind ik niet eentonig...!)We rijden dan ook aardig door richting Duitse grens maar stoppen nog wel in Esbjerg. Aardig plaatsje, we hebben wat gedronken in het centrum aan een soort marktplaats en zelfs later een Big Mac gegeten bij MacDonalds wat we anders nooit doen! Ik ben dat droge vakantievoer echt hélemaal zŕt! In Duitsland zijn plotseling alle campings verdwenen om te zorgen dat de weinige toeristen die hier zouden kunnen komen ook weer gauw doorrijden zeker! Wel staan er regelmatig bordjes met “zimmer frei”aan de weg. Campings hebben ook geen hutten meer zoals in Scandinavië. We raken na een paar uur zoeken behoorlijk oververhit want het is hier prachtig warm weer en in Husmus verdwalen we ook nog eens. Bij de laatste camping-poging komen we op een industrieterrein á la Bergen waar we een bloedhete, vunzige, krappe en van formica-rot uit elkaar vallende caravan met voortent (vod) krijgen aangeboden! Dit aanbod hebben we met opgetrokken neuzen geweigerd. Helaas moesten we toen wel weer verder zoeken in de hitte met die lekkere veilige motorkleding aan!
Achterop de motor begin ik me af te vragen of je ook gewoon ergens langs de kant van de weg in motorkleding met helm op zou kunnen slapen..................Vŕst wel, als je maar moe genoeg bent! We proberen het nog een keer in Tönning maar die hebben niets en dan ongeveer 100 meter daar vandaan, in het voorbijrijden zie ik een lullig klein bordje: apartamenten frei! Thees maakt een noodstop, keert de motor en over een akelig grindpad rijden we de camping op. Ze hebben inderdaad apartamenten,
vreselijk truttig Duits en ouderwets maar kraakhelder. Keukentje, woonkamer, slaapkamer en WC/douche! De eigenaresse begint direct allerlei schoon linnegoed aan te dragen, genoeg voor 6 personen. Voor 40 euro inclusief brötchen mit kernel (wat is dat in godsnaam?). |
|
Het is binnen ook nog eens heerlijk koel dus we gooien onze rotzooi naar binnen en rijden gauw naar de stad om bier te halen!
19 juni
Weer vroeg vertrokken na de brötchen mit kernel, gewoon zaadjes dus, die overigens heerlijk waren. Aan één stuk door zijn we toen naar huis gereden. Als de motor eenmaal de stal ruikt dan is hij niet meer te houden.
Weer Thuis!
|