Onze vakantie naar Barcelona, augustus, september 2009.
Donderdag 27 augustus.
Gistermiddag afscheid genomen van onze buurmaan Henny. Heel vreemd om zo met vakantie te gaan, te weten dat als je terug bent hij er niet meer zal zijn.
Rond negen uur reden we weg. We hebben nog even getoeterd en gezwaaid naar Thea die boven uit het raam keek.
Al vrij snel kwam ik er achter dat het filmcameraatje ondersteboven gemonteerd zat, leuke opnames zijn dat geworden!
Het eerste deel van de tocht is heel bekend als we naar het zuiden gaan. Langs de IJssel naar Zutphen, Laag Keppel en Zeddam. De laatste hebben we met een tochtje dwars door het centrum vereerd. Toen langs Emmerich en over de Rijn deze keer gelijk linksaf geslagen. Het bleek een heel mooi stukje langs de rivier.
Omdat ik niet door Aken wilde kozen we een alternatieve route door Duitsland. Maar je moet niet langs de Ruhr willen rijden in het Ruhrgebied, helemaal fout! Om de honderd meter verkeerslichten en natuurlijk was het bloedje heet. We zijn toen van de route afgeweken en via een omweggetje toch redelijk snel in de Eifel terechtgekomen. Dat was weer heerlijk sturen. Zwierend en zwaaiend kwamen we ineens aan de Belgische grens. We volgden nog even de route maar er moest getankt worden en tankstations zijn hier er dun gezaaid. Dat werd dus even zoeken. In Bütgenbank vonden we er één. De 45 km tot Luxemburg konden we niet meer halen. Dat was wel jammer want de benzine in Luxemburg is ruim 30 cent per liter goedkoper. Via Waimes en Sankt Vith reden we naar het zuiden richting Dasburg om langs de Our naar de camping te kunnen rijden waar we een blokhut hadden gereserveerd. Ongeveer 4 km voor de camping was het echter uit met de pret vanwege een umleitung. Daar waren we eigenlijk niet rouwig om want het was een heel mooie umleitung. Precies vóór de camping waren ze aan het asfalteren maar we konden via een nooddingang iets verder de camping op. Morgen moeten we weer diezelfde umleitung terugrijden want dan is het andere stuk van de weg afgesloten.
Vrijdag 28 augustus.
We hebben rustig aan ingepakt want pas om half negen konden de broodjes opgehaald worden. De broodjes waren duidelijk van de vorige dag. Ze waren nog even in de oven opgepiept maar behoorlijk droog en taai van binnen. Om tien over half tien vertrokken we. Via dezelfde umleitung als gisteren dus langs de Uhr maar na verloop van tijd aan de Duitse kant ervan, weer eens wat anders. In Wasserbilligerbrück ging het mis en bleven we aan de verkeerde kant van de Mosel rijden. Weer terug dus en na de juiste afslag zochten we naar een brug die er echter niet was. Na wat speurwerk bleek er wel een pontje te varen naar de overkant, Duitsland. Na het schitterende landschap van Luxemburg en de Eifel brak er een tamelijk saai stuk aan.
Langs parallelwegen langs de snelweg vlot het soms wel lekker op maar het landschap is niet echt boeiend. Toen we uiteindelijk in Creutzwald de Duits/Franse grens overstaken werd het beter. De wegen waren mooi met lange bochten en we kregen genoeg afwisseling doordat we regelmatig door kleine dorpjes reden. Het landschap zelf was niet echt boeiend. Na verloop van tijd zagen we aan de horizon wel een soort van bergketen verschijnen, de Vogezen.
Toen we daar eenmaal aankwamen werd het weer geweldig genieten. Riviertjes langs de weg, haarspeldbochten en schitterende bossen. Toen we na steeds smaller wordende weggetjes in het hotel aankwamen waren we zeer voldaan. |
Het hotel hadden we uit een Michelin boek: met de motor door Frankrijk, hotel Neuhauser in Les Quelles. Het hotel was vrij duur maar wel goed en het ligt op een schitterende plek.
Zaterdag, 29 augustus.
Na een ontbijt met cereals, allerlei verschillende lekkere broodjes en yoghurt toe zijn we opgestapt hebben de mooiste weggetjes door de Vogezen gereden. Over het algemeen ligt er goed asfalt. Via een ommetje kwamen we op de N420 bij Rothau en die hebben we in zuidwestelijke richting gevolgd. Later de D420, D23 en de N59 in oostelijke richting om op de D48 weer naar het zuiden te rijden. Later, op de D61 werd het zo langzamerhand wel nodig om weer eens te tanken. Op zulke momenten verdwijnen plotseling àlle tankstations. Na verloop van tijd zijn we dus maar van de route afgeweken en via de route Colmar konden we uiteindelijk in Gérardmer tanken. Na het tanken pikten we de route weer op om verder de Route de Vologne te volgen. We bleven in zuidwestelijke richting rijden om op de D486 te komen. Het worden wel erg veel wegnummers in dit verhaal maar de oversteek van de Vogezen naar de Jura ging veel over het soort wegen waar je met een gangetje van rond de honderd, lekker zwierend en zwaaiend kilometertjes maakt, genietend van het weer, het motorrijden en de omgeving.
Waar het precies was weet ik niet meer maar toen we ergens in een leuk plaatsje koffie hadden gedronken wilde de Kawa niet meer starten. Na het contact maken was ineens alle spanning op de motor verdwenen, ook de g.p.s. die rechtstreeks op de accu zit, gaf aan geen spanning meer te krijgen. Nadat ik het plaatwerk voor de accu had verwijderd en wat aan de accu zat gaf hij ineens weer spanning. Even aan gemorreld en tot mijn verrassing bleef hij het doen! Gauw al de bagage er weer op geladen, het gereedschap weer onder het zadel opgeborgen en toen gauw weggereden.
In de Jura was het heel mooi rijden. De Chambre d’hotes die we op het oog hadden aan de Rue de la Maison Blanche was helaas vol. De Belgische eigenaresse vertelde dat een paar honderd meter terug in het dorp Bonlieu een hotelletje was waar ze nog ruimte hadden.
Dus keerden we de motoren en gingen naar Hotel La Poutre. Een redelijk goede kamer met een balkonnetje met uitzicht op de motoren op het parkeerplaatsje achter het Hotel en prachtige heuvels/bergen in de verte. Je merkte best dat je hier op 800 meter hoogte zit want we moesten echt een vestje aan op ons balkon waar de zon net niet meer kwam in deze tijd van het jaar. |
We maakten nog even een wandelingetje door het dorp. Er was weinig of niets te beleven. Het leukste was nog één van de huisjes waarvan de tuin vol rommel lag.
De schuur of garage stond open dus gluurden wij natuurlijk lekker naar binnen. Het lag er helemaal barstensvol met allerlei rotzooi, tot zelfs een bos stropdassen aan de muur en kinderfietsjes aan het plafond. Een soort van Stiefbeen en zoon.
|
In het hotel hebben we op de kamer wat gegeten, wat gedronken en zijn daarna vrij vroeg naar bed gegaan want we waren best moe. Zelden zoveel, 365 km, gereden, maar een lekker gevoel.
Morgen een rustdag.
Zondag, 30 augustus.
En dat noemen ze dan een rustdag. Plannen is niet onze sterkste kant. Gister al, op zaterdag mooie weggetjes door de Vogezen waar half Duits motorgeweld rondtoert.
En vandaag een wandeling langs de cascades du Hérisson, op zondag, over het algemeen bonjour maar ook veel goeie morgen en middag.
Helaas was er een droge periode achter de rug en was er amper water dus viel er ook weinig te vallen.
|
|
We zijn om tien uur vertrokken en waren om half vier weer terug, wat een wandeling, twee kilometer naar de risvier en dan drie heen en drie terug langs de rivier met vele watervallen met een hoogteverschil van drie honderd meter en dan weer terug.
|
|
O o, die conditie. Een heerlijke wandeling. |
We hadden een diner geregeld bij het hotel deze keer maar bleek dat we pas om half negen aan tafel konden en dat zijn we niet gewend als Hollanders. Lekker twee uur op het terras met bier aan de straat gezeten en genieten van al het volk wat het ene huis uitkwam en het volgende weer in ging en dat ging maar door. Alle motoren die langskwamen bekeken en uiteindelijk konden we aan tafel en hebben verschrikkelijk lekker zitten eten. Het was ongeveer half tien dat we weer op onze kamer waren moe maar zeer voldaan. Www. Foncia.com heeft een vreselijk mooi huis te koop in Bonlieu.
Maandag 31 augustus.
Na een eenvoudig maar voedzaam ontbijt zaten we om kwart over negen weer op de ploffen. Vandaag eigenlijk allemaal hele mooie wegen en prachtige uitzichten. Op een stuk bij Lyon na waar we een paar kilometer over een zeer uitgestrekt industrieterrein reden met veel vrachtverkeer.
Na zo’n anderhalf uur rijden ging het in Saint Martin du Ffrêne helemaal mis. We moesten zw en we reden noord oostelijk. Omdat er op een bord iets stond dat de col open was toch maar doorgereden, we hadden tijd genoeg. Op dit soort wegen kom je bijna niemand tegen en het was heerlijk. Om terug te komen op de route moesten we een volgende col nemen die nog 100 meter hoger lag, 1100 m. We kwamen nog ergens op een uitstapje waar we moesten keren, ja sorry hoor, we zijn even de hele weg opnieuw aan het asfalteren en u kunt er vandaag niet door.
De wegen die we kiezen lijden door allerlei dorpjes en in Cremieu op het dorpsplein een heerlijke lunch genuttigd.
Ten zuiden van Lyon ligt Vienne, 30 graden, dwars door de stad, verkeerd rijden en allemaal stoplichten. Dat zijn echt stemmingverhogende factoren en toch bleven we goedgemutst. Na de Rhône te zijn overgestoken verder afgezakt naar het zuiden en bij Chavanay na een kleine 20 km langs de rivier te hebben gereden gingen we naar rechts, naar boven.
Binnen de kortste keren zaten we van rond de 300 meter boven de 1000 meter en zijn daar de rest van de tocht niet meer onder geweest. Heerlijk, na die hitte beneden is die wind en die hoogte heerlijk. De hoogste col was 1233 meter, de wegen waren erg goed en het was volop genieten tot we in Saint-Genest-Mailfaux een Chambres d’hotes vonden, simpel maar gezellig op precies 1000 meter hoogte dus de hitte viel hier best mee |
|
.
Dinsdag 1 september.
Na een kouwe douche, letterlijk dan want de boiler had het kennelijk begeven, en een wel erg summier ontbijt vertrokken we voor een vrij lange rit naar Milau. Vrij snel kwamen we op die lekkerdoorjakkerwegen terecht, leuk als je veel kilometers wil maken maar ik dacht dat we door natuurgebied zouden gaan. Het was inmiddels wat gaan regenen en toen ik ontdekt had hoe we op de goeie route terecht konden komen hoopte ik maar dat het hier en niet daar een bui was. In Langogne getankt en de weg op naar boven. Uiteindelijk naar zo’n 1480 meter.. maar wat een tocht. Lekker slingerend en nu een dan een haarspeld was het ineens over. De weg was weg, werd ter plekke verwijderd en we moesten na 5 minuten wachten maar zien hoe we over dat gruis, puin en zand verder kwamen, inclusief twee behoorlijk felle haarspeldbochten. Nou we hadden heel wat bekijks van de wegwerkers. Even verder begon het weer te regenen en de afdaling met in totaal 18 Haarspelden en een vreselijk slecht asfalt maakte ons knap moe. Boven hadden we ook nog door zeer dikke soep gereden, geen hand voor ogen te zien.
Beneden in Génolhac naar een eetgelegenheid op zoek. Op een parkeerplaats gezet waar een ander stel Nederlanders hun R1150 GS neerzette. We raakten aan de praat en liepen een klein zijstraatje in met een terrasje, gezellig met Bernard en Yvonne zitten eten. Een kaart was er niet, je kon een salade krijgen of niets. Wat een heerlijke salade was dat.
Bij de motor terug nog even wat gekletst en we gingen ieder ons eigen gang weer.
We gingen richting Florac maar draaide we bovenlangs Florac om de George du Tarn in te gaan.
Het is de vierde keer dat ik er doorheen rijd een hij verbaasd me nog steeds gedurende de 60 km door zijn schoonheid. Wat een pracht.
Bijna aan het eind een Chabres d’hotes gevonden in Boyne waar we heel hartelijk werden ontvangen, de motoren in de garage konden zetten en gebruik konden maken van een zeer uigebreide keuken. Ben benieuwd naar het ontbijt.
|
Woensdag 2 september.
We zaten om 8 uur aan de grote gedekte tafel beneden. Er was voor 13 mensen gedekt dus de chambre d’hote zat lekker vol. Het was een goed ontbijt naar Franse maatstaven. Stokbrood, croissantjes, 4 soorten jam en keuze uit koffie, thee en chocoladedrank.
Om kwart voor 9 reden we weg, richting Millau. De weersvoorspelling was slecht, het zou de hele dag min of meer regenen. Gelukkig zijn de weersvoorspellers hier al net zo slecht als in Nederland want het viel reuze mee. Er vielen en paar spetjes en verder bleef het de hele dag droog. In een plaatsje waarvan ik de naam nu even niet meer weet, hebben we de motoren op een parkeerplaats gezet om aan de overkant van het plein koffie te drinken.
We hadden de motoren nog maar net neergezet of er kwamen 3 morrijders aanlopen. Twee Belgische mannen en een vrouw. Vooral de vrouw was helemaal weg van mijn motor. Ze vond hem helemaal te gek! Gelukkig liepen ze maar met ons mee tot aan het terrasje waar we koffie wilden drinken want wij wilden eigenlijk geen verder contact. Beetje foute motoren…..
Na de koffie gingen we verder richting Castre, over vrij makkelijke wegen want het zou de hele dag regenen en onweren………Via Revel, Castelnaudary, Limoux en St. Paul de Fenouillet, ergens onderweg nog wat water gedronken en een reepje gegeten. De Kawa van Thees had weer nukken bij het starten. Thees rommelde wat aan de bedrading en toen maakte hij gelukkig weer contact.
Ongeveer een kilometer of 40 voordat we bij Ille sur Tête kwamen reden we door een waanzinnig mooi, ruig en spectaculair gebied. Gigantisch ruige bergen en duizelingwekkend diepe ravijnen. |
|
Alsof dat nog net genoeg was reden we even later door de indrukwekkendste Gorge waardoor wij ooit hebben gereden. Een auto smal met links een rotswand en rechts een bijzonder laag muurtje dat ons moest behoeden het honderden meters diepe ravijn in te rijden! Dat weggetje willen we morgen dus nog een keer gaan rijden!
|
Toen we Ille sur Tête bereikten zijn we daar gelijk doorheen gereden, eerst maar naar het huisje. De boodschappen zouden we later wel doen. Het weggetje van Ille sur Tête naar St. Michel de Llotes was mooi en smal maar niets vergeleken met het haarspeldbochtje en het weggetje omhoog naar het huisje! Daar ben ik stapvoets met de voeten aan de grond doorgekropen! Direct toen we stopten bij de voordeur van het huisje werd de deur van het huis van de Parijzenaars geopend. We werden duidelijk verwacht! Even voorgesteld en toen gauw de bagage van de motoren afgehaald en binnen gezet. Aan Thees was het weer om de motoren weg te zetten, een bijzonder zware taak dit keer! Hij moest ze op dit ruige Pyrenese bergpad (meer een geitenspoor!) keren, naar beneden rijden en daar zo dicht mogelijk tegen de rand van de afgrond parkeren. Later moest hij het nog eens dunnetjes overdoen want Claire klaagde dat haar zoon er met zijn grote auto anders net door zou kunnen komen.
We hebben daarna eerst boodschappen gedaan in een grote supermarkt, genoeg voor 3 dagen geloof ik. De rest van de avond hebben we wat gedronken, gegeten en een wandelingetje om het huisje gemaakt waarbij we heel mooi het verlichte dorp in de diepte konden zien liggen. Geen fototoestel bij ons natuurlijk! Morgen nog maar eens een zelfde ommetje maken dus.
Donderdag 3 september
Vandaag is het onze rustdag en wat doen wij op onze rustdag altijd? Juist! Een enorme zware bergwandeling maken van ruim 5 kilometer met de verkeerde kleren aan op het verkeerde tijdstip en zonder water.
Aangezien er toch verder geen sterveling zo idioot was als wij heb ik halverwege maar mijn T-shirt uitgetrokken want ik legde het af in die hitte! Het was wel een hele leuke en mooie wandeling. |
|
Langs oude olijfboomgaarden, onder vijgenbomen door en grotendeels over een oud ruig stenen bergpad. |
Door het dorpje St. Michel de Llotes (ja, met mijn T-shirt allang weer aan!) hebben we een rondje om de kerk gelopen en door het hek bij de oude begraafplaats gekeken naar de prachtige tomben en de typische urnenmuur. We hebben ons verwonderd over de prachtige plastic bloemen die in grote hoeveelheden bij alle graven stonden. Het was een fleurig geheel en je hoeft er op deze manier ook niet elke week naar toe om verse neer te zetten! |
De rest van de dag hebben we gewoon wat aangelummeld.
Vrijdag 4 september.
Toch nog even terug naar die gorge. Toen we bij de parkeerplaats aan het begin van de gorge aankwamen en zoals voorgenomen stopte zagen we tegen een rotswand aan iets van een huis en bleek een kapel/kerkje te zijn met wat bijgebouwen en er liep ook een pad naar toe. Wij dat pad aflopen met uitzichten over enorme dieptes en hoge rotswanden. In de neerzetting was een prachtig kerkje met een massa heiligenbeelden. In een heel eenvoudig shopje hebben we een kaars gekocht en in het kerkje aangestoken ter nagedachtenis aan Henny, de buurman. Even wat foto's.
|
We zijn na die geweldige wandeling en het bezoek aan het kerkje weer naar het huisje gereden, wat gerust en toen op één plof naar Perpignan. Ging allemaal best vlot, stad ingereden, neergezet en de stad doorgelopen, terrasje, biertje en dat was het eigenlijk wel, niks bijzonders dus. Terug naar huis, wat gegeten en begonnen met pakken want morgen naar Barcelona, nou ja, Argentona waar we een hotel hadden gereserveerd, zo’n 20 km van B.
Zaterdag 5 september.
Eerst nog even een stokbroodje halen, vuil weggooien en de motoren bepakken, afscheid van de buurman en wij op pad. Ik had de meest moeilijke route uitgekozen.
Vanuit het huisje gelijk rechtsaf, een net niet single trackroad, maar wel veel haarspeld bochten kwamen we uit op de D618 die we verder volgde om uiteindelijk op de D115 de Frans-Spaanse grens over te steken. |
|
De wegen in Spanje zijn geweldig en in het begin was het nog leuk zwieren en zwaaien maar al gauw zaten we op de snelweg en als we een poging deden er van af te komen zaten we of binnen in een woonwijk of een industrieterrein, dus maar eer terug naar die snelweg.
|
In Argentona via piepkleine weggetjes uiteindelijk bij het hotel aangekomen. Heel sjiek, heel steriel en heel kil. Maar dat schijnt ook Spaans te zijn, niemand kijkt je aan, niemand groet, maar een leuke kamer met airco die we niet aan kregen maar dat kon alleen met een afstandsbediening die we niet gezien hadden. Internet op de tweede deed het ook niet en dan begrepen ze ook niet en het werkt nu nog niet. Post gelezen op de gang op de eerste verdieping.
We zijn het dorp ingelopen en op het plein een biertje gedronken. Op dat plein gebeurde van alles. Kinderen op stepjes en fietsjes reden er rond en er werd geweldig gekletst.
Zondag 6 september.
Wij op één motor met jas en broek naar Barcelona.
Via de kustweg waar je al mensen op het strand zag zitten rustig aan naar B. Park Guell was het eerste doel. Ongelofelijk, vrij toegankelijk, lekker druk dus op zondag maar geweldig mooi. |
||
|
Daarna de Sagrada Familia. Geweldig in de steigers, dat ding is na ruim honderd jaar nog lang niet af, om naar boven te komen moesten we 90 minuten in de rij staan, dus niet. Maar beneden hebben we volop genoten van de geweldige architectuur van Gaudí. |
|
Als laatste programmapunt stonden de flats met de vreemde balkons, ook ontworpen door Gaudí. Barcelona rust op twee dingen, Gaudí en fc. Ik wist niet dat we er ook in konden, maar wie in de buurt van Barcelona is en niet het flatgebouw in gaat doet zichzelf tekort. Ik, beroemd om mijn a-culturele instelling heb genoten van de vormen en de technieken die gebruikt zijn door die knakker.
|
||
Terug naar het hotel, alleen motorjas en helm, je rijdt echt voor joker als je meer aan hebt met al die honderden motorscooters, hoofdzakelijk 125 en 150 cc. Die krengen vliegen je links en rechts om de oren, overal tussendoor met T-shirts en korte broek maar ook met pak met stropdas.
In het hotel even gerust en toen naar de speelmarkt van Argentona. We bleven heel lang hangen met onze cerbeca want het is hier verschrikkijk gezellig. Een maal weer in het hotel lagen we vrij snel onder de (nog niet zure) lappen.
Maandag 7 september.
De Ramblas stond op het programma. De rit er naar toe, alleen jas en handschoenen met helm, ging niet helemaal goed, maandagmorgen om tien uur, files. Na de nodige zweetdruppels toch de motor vlak bij het beeld van Columbus neergezet en de Ramblas op.
Op straat de bekende kioskjes, terrasjes en heel veel mime-spelers in allerlei vormen en maten. De gebouwen er langs, oud, vervallen en leeg, of vervangen door niet al te fraaie moderne gebouwen.
Koffie gedronken op de Placa Reial, waar Conny 37 jaar eerder ook had gezeten, en daarna door allerlei steegjes en straatjes, waar de wasrekken van de overburen tegen de andere aankwamen, gewandeld. |
Uiteindelijk via het Parc de la Ciutadella weer naar de motor teruggewandeld. Terug naar het hotel….helm. onze kroeg was dicht op de bijzonder drukke maandagavond en na een site seeing Argentona weer terug naar het hotel. Moe maar heel voldaan.
|
Dinsdag 8 september.
Vandaag naar Montserrat. Een klooster ergens heel hoog op een berg. De tocht er naar toe was vreselijk, nog vlak voor de toltunneltjes konden we met moeite keren want je gaat niet voor je lol een tolweg op. We hobbelde wel van de ene snelweg naar de andere maar uiteindelijk kwam de berg in zicht, heel apart.
Vingerachtige rotspieken torende de hoogte in en via een redelijk steile weg met de nodige haarspelden kwamen we bij het klooster. We waren vrij vroeg en het was relatief rustig. |
Toen we uiteindelijk bij de kerk aankwamen waar een uur later een koor zou gaan zingen tijdens een mis stonden er ongeveer 300 mensen in de rij te wachten. Jammer dus.
We zijn nog wel met een soort van kabeltrein naar boven gegaan waar je het hele spul van boven af kon bekijken en waar we nog een eindje hebben gewandeld, omgeven door de meest bizarre rotsformaties. Terug bij het klooster hebben we na het eten van een stokbroodje de helmen weer opgezet en langs de andere kant naar beneden, wat een vreemde formatie waar in de rest van de omgeving “normale” bergen waren. |
|
|
Terug in Argentona bleek de kroeg nog steeds dicht en maar bij een kruidenier wat bier gehaald en rustig aan in het hotel ons vertrek van de volgende dag voorbereid.
Woensdag 9 september.
Na afgerekend te hebben bepakt een bezakt weer vertrokken, richting Frankrijk langs Andorra en er niet doorheen. Vanuit Barcelona naar Andorra is werkelijk een heel erg mooie route. We waren via de N152 gegaan en de N20. eindbestemming Lorp-Sentaraille.
Al met al een vrij lange tocht maar omdat het eerste gedeelte vrij vlak was en we constant rond de 100 km/uur reden schoten we lekker op om het stuk door de Pyreneeën weer wat kalmer aan te doen,
we zaten trouwens weer op de route du cols. |
Het laatste stuk van de route was ook weer schitterend al moet gezegd dat de wegen in Spanje beter zijn dan de wegen in Frankrijk.
De Chambres d’Haute in Lorp was na wat heen en weer rijden gevonden, het C d’H uit de Michelingids, La Maison Blanche. Een enorme hoeveelheid aan half ingestorte schuren en een huis waar alle kamers een enorme rommel lieten zien hadden we een prachtige kamer met balkon. Wat in de gids stond klopte niet helemaal meer want m’sieur had twee maanden geleden z’n duc moeten verkopen met tranen in de ogen, maar ja, die rug he. Heel aardige mensen en een prachtige omgeving.
Donderdag 10 september.
Na een uitgebreid ontbijt met allemaal eigengemaakte jams en zo’n heerlijke bak sludderkoffie zijn we via het tankstation in de buurt weer verder gegaan. Wij ontbijten, eten wat met iets te drinken er bij. De fransen drinken koffie en eten er wat bij en het liefst dopen ze dat allemaal in de koffie, stokbrood met boter lekker soppen.
Even terug naar Saint-Girons om daar de route du cols weer te vervolgen richting Lourdes. De route was maar iets meer dan twee honderd kilometers maar ging over zes cols en de hoogste was ruim 2.100 meter. Ook nog een stukje Spanje gepakt over de N230.
|
Mijn linkerbochten zijn niet zo sterk maar in de rechterbochten leek net of het voorwiel weggleed, was niet echt prettig maar bij iets rustiger rijden ging het wel. Ik ben daarna wat meer in de bochten met m’n achterrem gaan remmen en na een stop leek het weer wat beter te gaan. Bij inspectie van de voorband bleek dat die wel erg vreemd was afgesleten. In een soort V-vorm met het middelste gedeelte nog vrij rond en de randjes rubber hingen er bij. Als we thuis zijn maar gelijk een nieuwe voorband er op.
Ondanks het mindere wegdek is de Franse kant van de Pyreneeën toch mooier dan de Spaanse kant. De Spanjaarden hebben veel meer de neiging om van een leuk bochtig weggetje een snelweg te maken.
Aan het eind van deze weer schitterende motordag dwars door Lourdes gereden wat ons niets leek en even ten noorden ervan in het gehucht Abé een geweldig C d’H gevonden waar we een eigen appartementje kregen. Hier blijven we twee dagen!
Vrijdag 11 september.
De haan was om vier uur gaan kraaien en vanaf dat moment waren het dus hazenslaapjes. Om zeven uur opgestaan, heerlijk gedoucht, thee gezet en toen bijna spontand de wekker afliep werd Conny ook wakker. Om acht uur richting huis gelopen en daar werden we warm onthaald, handje geven, en een ontbijt waar van alles op tafel stond, inclusief die ochtend geplukte vijgen.
We wilden de grotten van bertharran of zoiets bezoeken en gingen bijtijds weg. Daar aangekomen was het een Frans geleuter van hier tot gunder en uiteindelijk na een half uur mochten we de bus in. Een eindje gereden en er weer uit in de rij voor de kassa, voor dat we echt naar binnen mochten. Het was een onemanshow die wel op de lachspieren werkte. En dus eindelijk de grot in.
De enorm grote halleen, zalen, van de grot waren echt verschrikkelijk mooi. De wandeling door de grot was echt een feest, wat een natuurpracht. Het boottochtje van niks en het treintje door het laatste stuk neem je dan graag voor lief. We waren uiteindelijk pas over twaalven weer bij de parkeerplaats.
Op de terugweg toch nog even Lourdes ingegaan en een eind doorgelopen maar we wisten niet dat je hier jerrycans water van een halve liter tot tien liter kon kopen in elk winkeltje wat je tegenkwam, en dat waren er veel.
Vlak bij de motor op en terrasje een biertje gedronken en weer naar de C d’H.
Met statief en camera de boer gefilmd die het hek opendeed, z’n koeien riep en als ze door het hek waren de straat overstak om ze in de stal met kruk en emmer te gaan melken. Dat laatste niet op film.
Zaterdag 12 september.
Gemiddeld een niet zo’n beste dag maar het einde maakte zeer veel goed. We hopte na het tanken van het ene naar het andere industrieterrein en dat zijn toch niet de plekken waar je je vakantie wil doorbrengen. De route leidden ons eindelijk naar de kleinere wegen over het platteland maar het asfalt leek daar wel een golfballetje.
Uiteindelijk kwamen in het mooie gebied na Cahors en toen liep het uit de hand. Na een heerlijke lunch met zeer verrassende salade reden we totaal verkeerd. Aan de ene kant de frustraties van we kunnen niet vinden waar we heen willen en aan de andere kant het geweldige natuurschoon van rotswanden, overhangende gesteentes en tunnels. Uiteindelijk in Figeac waren we doodmoe. Naar een intermarche wat inkopen een daarna zoeken naar een C d’H. zo’n tien kilometer verder een bordje, de weg af….nog een bordje de weg af …. Nog een bordje, een doodlopend weggetje en uiteindelijk kwamen we bij het C d’H. een oase van rust, er was nog een Nederlands echtpaar waar we gezellig mee hebben gebabbeld, gegeten samen met de gastvrouw en gastheer, ondanks of juist door ons slechte Frans een gezellige conversatie gehad en heerlijk gegeten. Omdat hier elke vorm van openbare verlichting ontbreekt heb je ’s avonds een overweldigende sterrenhemel.
Wat een rust……
Zondag 13 september.
Niet al te vroeg wakker en na een heerlijk ontbijt samen met de gastvrouw en gastheer weer vertrokken voor de rest van de thuisreis. Voor we op de ‘normale’ weg kwamen eerst weer afdalen. Het eerste stuk verliep lekker, mooie lange bochten en lekker opschieten. Het tweede deel ging wat stroever. De fransen kunnen mooie wegen aanleggen maar als je onder een bepaalde categorie komt wordt het hobbel de bobbel. Even is dat niet erg maar echt tientallen kilometers achter elkaar en ook nog overal grindbakken ….daar wordt je strontchagrijnig van. Toen we het zat waren het eerste hotel wat we tegenkwamen ingedoken.
Midden in Celles-Sur-Durolle even ten oosten van Thiers, een romaanse kerk, en een verlichte fontein op het dorpsplein tegenover het hotel. De ontvangst was niet echt vriendelijk dus hadden we niet veel zin om daar ook nog wat te eten. gelukkig hadden we zelf nog wat op voorraad. |
Na een wandeling door het dorp waar het meest te beleven viel op het kerkhof, een soort Intratuin waar het vol staat met kasjes. We hebben misschien drie mensen gezien. 's avonds een beetje internetten wat gedronken en onder de wol.
Maandag 14 september.
De wegen waren eerst niet veel beter en er werd weer flink gemopperd maar dat bleek te helpen want met dat het landschap vlakker werd, ook wel wat saaier dus als je net uit de Pyreneeën komt,m werden de wegen ook beter en je kreeg weer van die kilometers lange kaarsrechte wegen. volgens mij is dat toch typisch frans.
Na ruim 300 kilometer kwamen we in Châtillon Sur Seine waar we in het centrum in Hotel du Centre een bakkie gingen doen en een lekkere salade gingen eten. Het was nog niet zo laat maar we waren best moe en vroegen of we ter plekke een kamer konden krijgen.
En zo zaten we weer in het centrum van een dorp, wel veel groter dan het vorige, in een kamer aan het plein met een verlichte fontein. alleen bleek dat hier de hele nacht door de vrachtwagens dwars door het dorp reden.
|
Conny was nog een eindje gaan wandelen door het oude middeleeuws binnenstadje en heeft ook nog de bron van het riviertje de Dioux gezien.
Dinsdag 15 september.
Zeer afwisselende wegen, eerst wat strak maar daarna toch wel weer een heel eind slingerend door de bossen weer gevolg door wat rechte wegen tot we de Ardennen naderden en die blijven ook zeer fraai. Verassend is het dat over de grens in België de wegen ineens veel béter waren, eindelijk die subsidie gebruikt.
In Durbuy naar een kamer geïnformeerd maar € 120 voor één nacht vonden we wat veel.
Na een B&B in Fronville waar alle deuren open waren maar niemand te bekennen was kwamen we uiteindelijk in een stacaravan terecht op een camping aan de echte Ourthe. Zo'n camping met allemaal stacaravans waar iedereen verwacht dat al die kabouters ooit nog een keer het gras gaan maaien.
|
Bijna 400 km gereden wat voor ons doen erg veel is, maar ja we wilden eigenlijk best wel weer naar huis.
Woensdag 16 september.
Na een inspectie van de voorband waar tot mijn grote schrik aan de zijkanten het staaldraad al te zien was weer op pad. De rotondes vond ik niet meer zo leuk met zo'n band.
Na angstvallig Luik en Maastricht rechts laten liggen, nog een stukje via Boxmeer door Duitsland waar Conny op een stuk snelweg toch wilde weten hoe hard de DN eigenlijk kan, zo'n 180 op de teller, via Emmerich, Laag Keppel weer naar huis waar we moe maar verschrikkelijk voldaan weer aankwamen.